20692 |
gehakt |
gehakts:
jehaks’ (Q121b Spekholzerheide)
|
gehakt
III-2-3
|
18803 |
geheugen |
gedchtnis (du.):
jedech(t)’nis (Q121b Spekholzerheide)
|
geheugen
III-1-4
|
19263 |
gehoorzamen |
luisteren:
loestere (Q121b Spekholzerheide),
pareren:
pare’re (Q121b Spekholzerheide)
|
gehoorzamen || luisteren, gehoorzamen
III-1-4
|
20461 |
geil, wellustig |
heet:
heet.
hees (Q121b Spekholzerheide),
scherp:
sjerp (Q121b Spekholzerheide)
|
geil, wellustig [N 10C (zj)]
III-2-2
|
33401 |
geitestal |
geitestal:
gētǝ[stal] (Q121b Spekholzerheide)
|
De ruimte in de stal waar de geiten zich bevinden. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [L 38, 29; A 10, 9g; monogr.]
I-6
|
19265 |
gek |
gek:
jek (Q121b Spekholzerheide)
|
gek, dwaas
III-1-4
|
19337 |
gekheid maken |
gekken:
jek’ke (Q121b Spekholzerheide),
spaen (du.):
sjpas’se (Q121b Spekholzerheide)
|
gekheid maken, spotten || schertsen
III-1-4
|
24488 |
gele narcis |
maartsster:
maarts-ster
meëts’sjteer (Q121b Spekholzerheide),
morgenster:
mör’jsjteer (Q121b Spekholzerheide)
|
narcis
III-4-3
|
33239 |
gele voederwortel |
gele moren:
jēl mūrǝ (Q121b Spekholzerheide)
|
Daucus carota L. In de genoemde vragenlijst is gevraagd naar twee variëteiten naast de algemene benaming winterwortel die in het vorige lemma ter sprake kwam. Hier is alleen opgenomen hetgeen afwijkend is van lemma Winterwortel. Lobbericher naar het Rijnlands dorpje Lobberich. [N Q, 6b; monogr.]
I-5
|
28250 |
geleidingsbomen |
sprossbomen:
šprōsbø̄m (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Oranje-Nassau I])
|
Houten geleidingsbomen of stalen geleidingsbalken die aan de schachtbalken zijn bevestigd en ervoor zorgen dat de liftkooien en skips tijdens hun op- en neergaande beweging op hun plaats blijven. Volgens de invuller uit L 417 zijn de "guiden" die men in de mijn in Waterschei gebruikt van hout en is de "guidenage" in de mijn van Zwartberg van ijzer. [N 95, 96; monogr.]
II-5
|