e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spekholzerheide

Overzicht

Gevonden: 2437
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
iemand zijn gang laten gaan laten gewhren (du.): jeweë’de losse (Spekholzerheide) laten begaan III-1-4
ijs (alg.) ijs: ies (Spekholzerheide), ī.s (Spekholzerheide) ijs [DC 03 (1934)] III-4-4
ijsje ijsschuitje: ies’sjütsje (Spekholzerheide) ijshorentje III-2-3
ijskoud ijskoud: ies⁄kaod (Spekholzerheide), ies⁄kauw (Spekholzerheide) ijskoud III-4-4
ijsnagels ijsnagelen: īsnē̜ǝl (Spekholzerheide  [(enk -nal)]  ) Hoefnagels in verschillende lengtes, voorzien van beitel- of wigvormige kop, waarmee bij gladheid het hoefijzer wordt vastgezet. Zie ook afb. 234. De ijsnagel is slechts geschikt voor kortstondig gebruik. Bij langere periodes van gladheid wordt het hoefijzer voorzien van al dan niet uitneembare kalkoenen. Zie ook de toelichting bij dat lemma. Zie voor het woordtype ɛijsnagelɛ ook Limburgs Idioticon s.v. ijsnagel: "Bijzonder slach van nagels waar men de peerden meê scherp zet in den winter. Geh. Beringen."' [N 33, 367b; N 33, 371; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2b; monogr.] II-11
ijspegel ijskegel: ies⁄kiechel (Spekholzerheide, ... ), tap: tsap (Spekholzerheide, ... ) ijskegel, ijspegel III-4-4
ijsschots ijsklots: ies⁄klots (Spekholzerheide), ijsschol: ies⁄sjol (Spekholzerheide) ijsklomp || ijsschots, ijsschol III-4-4
ijver vlijt: flies (Spekholzerheide) vlijt III-1-4
ijverig vlijtig: flie’sieg (Spekholzerheide) vlijtig III-1-4
ijzel, bevroren neerslag gladijs: jlat⁄ies (Spekholzerheide), ijzel: ie⁄zel (Spekholzerheide) ijzel III-4-4