19694 |
kamer |
kabause:
verkl. kab$?s-j\\
kabau̯s (Q121b Spekholzerheide),
zimmer (d.):
tsemər (Q121b Spekholzerheide)
|
kamer || kleine kamer, hok
III-2-1
|
29778 |
kamers |
kameren:
kāmǝrǝ (Q121b Spekholzerheide)
|
De ruimtes die met behulp van de schuiven in de stookgang worden gecrëerd. De hoeveelheid kamers van een ringoven wordt bepaald door het aantal poorten in de buitenmuur. In de kamers worden de te bakken stenen geplaatst. In Q 83 bevatte één kamer ongeveer 28.000 stenen. [N 98, 128; N 98, 150; monogr.]
II-8
|
24509 |
kamille (alg.) |
kamille:
kamil’le (Q121b Spekholzerheide)
|
kamille
III-4-3
|
21173 |
kanaal |
water:
wasser (dat -) (Q121b Spekholzerheide)
|
vaart: Die vaart, dat meer is ondiep (met vaart wordt bedoeld een water dat ter bevaring dient....) [DC 20 (1951)]
III-3-1
|
19578 |
kandelaar |
kaarsenluchter:
kēətsəlyətər (Q121b Spekholzerheide),
luchter:
lyətər (Q121b Spekholzerheide)
|
kandelaar || luchter
III-2-1
|
20625 |
kandijsuiker |
borstsuiker:
brós’tsoekker (Q121b Spekholzerheide),
kandijs-suiker:
Verklw. kandiestsükkersje
kandies’tsoekker (Q121b Spekholzerheide)
|
kandij || kandijsuiker
III-2-3
|
20836 |
kaneel |
kaneel:
sjtieve riesbrij mit tsoeker en kanieël
kanieël (Q121b Spekholzerheide)
|
kaneel
III-2-3
|
19109 |
kans |
chance (fr.):
Bij dat meëdsje haste überhaup jing sjans
sjans (Q121b Spekholzerheide)
|
kans
III-1-4
|
31327 |
kantklauw |
klemtang:
klɛmtsaŋ (Q121b Spekholzerheide)
|
Soort tang met schuin geplaatste bekken waarin men het werkstuk in een scheve stand in de bankschroef kan vastklemmen om er op deze wijze schuine kantvlakken aan te kunnen vijlen. Zie ook afb. 61. [N 33, 172; N 64, 50a]
II-11
|
27696 |
kantoor |
kantoor:
kantūr (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Julia])
|
Hoofdkantoor. De informant van Q 202 vermeldt dat het hoofdkantoor van de Oranje-Nassaumijnen ook "aquarium" werd genoemd vanwege de glazen wanden. De zegspersoon van Q 7 verstaat onder "de bureaus" het hele administratieve complex. [N 95, 25]
II-5
|