24316 |
glimworm |
glimkever:
WBD/WLD
glimkever (Q015p Stein),
gloeiworm:
WBD/WLD
gloeijworm (Q015p Stein),
junikever:
junie kêver (Q015p Stein),
juniekêver (Q015p Stein),
vuurwormpje:
vuurwurmke (Q015p Stein),
vuurwörmke (Q015p Stein, ...
Q015p Stein,
Q015p Stein)
|
glimworm [GV Gr (1935)], [ZND 18G (1935)] || Het wijfje is vleugelloos, 12-18mm lang, bruinachtig van kleur, het halsschild is geel omrand. Het heeft vrij sterke lichtorganen op het einde van het achterlijf (glimworm, lichtmaaike, viermaai, gloeiige worm) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u een soort kever: het mannetje is gevleugeld. Het kan 11-16mm lang worden. Het is bruinachtig van kleur en is in staat een geelgroen licht uit te stralen met behulp van lichtorganen op het achterlijf (glimkever) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
19456 |
gloed |
hitst:
hitst (Q015p Stein)
|
Hitte, warmte die van een vurige massa uitstraalt (gloed, hitte, warmte) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18957 |
gluiperd |
gluiper:
gluuper (Q015p Stein, ...
Q015p Stein),
gluiperd:
gluupert (Q015p Stein),
loerhaan:
lōēr(h)aan (zn.) (Q015p Stein)
|
een gluiperig, niet eerlijk persoon [gluiperd, luiperd, kattin] [N 85 (1981)] || gluiperig: hij is - [DC 16 (1948)] || huichelachtig, op bedekte wijze, niet open, niet eerlijk [gluips, gluiperig, slinks, wenslinks] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18956 |
gluiperig |
gluiperd:
gluupert (Q015p Stein)
|
huichelachtig, op bedekte wijze, niet open, niet eerlijk [gluips, gluiperig, slinks, wenslinks] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
28125 |
goed dak |
goed dak:
gōt dāk (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Een goed dak laat bij het afkloppen een scherpe, helle klank horen. Het bestaat uit vaste steen. [N 95, 890]
II-5
|
19237 |
goed opschieten met zijn werk |
avanceren:
affeseren (Q015p Stein),
opschieten:
sjut op (Q015p Stein)
|
goed opschieten met zijn werk [plakken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22657 |
goedkoopste rang in een schouwburg |
scheerstoel:
sjɛ̄rstōl (Q015p Stein),
uilenkot:
uilekot (Q015p Stein)
|
De goedkoopste rang in een schouwburg [uilekot]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
18954 |
goedzak |
godsblok:
godsblok (Q015p Stein),
goedzak:
goodzak (Q015p Stein),
lobbes:
lübbes (Q015p Stein)
|
een persoon die altijd goed handelt en goed is voor andere mensen [goedzak, godsblok] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24958 |
golf |
baar:
baar (Q015p Stein),
golfje:
gòlfker (Q015p Stein),
kopje:
kûpkès (Q015p Stein)
|
golf, bolle verheffing op de waterspiegel, meestal veroorzaakt door de wind [baar, zwolp] [N 81 (1980)] || golven (ww), rijzen en dalen van water [gurzelen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24959 |
golven ww. |
wassen en zakken:
wassan (Q015p Stein),
zakken (Q015p Stein)
|
golven (ww), rijzen en dalen van water [gurzelen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|