e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
havermout havermout: havermout (Stein) Havermout [N 16 (1962)] III-2-3
havermoutpap havermoutpap: havermoutpap (Stein), haverpap: haverpap (Stein) Pap van havermout (haavere moute pap?) [N 16 (1962)] III-2-3
hazelaar hazenotenstruik: -  (h)assenotenstroek (Stein) hazelnoot - boom (Colylus Avellana L.) [DC 17 (1949)] III-4-3
hazelnoot hazenoot: -  (h)assenoot (Stein) hazelnoot - vrucht (Colylus Avellana L.) [DC 17 (1949)] III-4-3
hazenleger leger: lêger (Stein), legter: lègter (Stein), WBD/WLD  lechter (Stein) Hoe noemt u de vaste ligplaats van een haas (leger, lechter, pot) [N 83 (1981)] III-4-2
hebzuchtig hebberig: hebberig (Stein) een sterke begeerte naar geld hebben [hebbig, gewarig, greeg (zijn)] [rijven] [N 89 (1982)] III-3-1
hebzuchtig zijn <uitdr.> op de heb en de krijg: op den hub en de krieg zeen (Stein) een sterke begeerte naar geld hebben [hebbig, gewarig, greeg (zijn)] [rijven] [N 89 (1982)] III-3-1
heen en weer (bewegen) ijsberen: īēs béére (Stein), op en af: hae luipt op en aa‧f (Stein), trampelen: enne trampeláér (Stein), van hot naar haar: he luip van hot nao haar (Stein), zwalpen: zwalpen (Stein) heen en weer lopen [op en aaf lope] [N 07 (1961)] || sterk heen en weer bewegen, gezegd van bijv. water in een glas [zwalpen] [N 91 (1982)] III-4-4
heen en weer draaien draaien: draaien (Stein), drêien (Stein) Heen en weer draaien (drispelen). [N 84 (1981)] III-1-2
heen en weer schuiven schuiven: sjuuven (Stein), wemelen: wemelen (Stein) Heen en weer schuiven (winaauwen, wiemelen). [N 84 (1981)] III-1-2