e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
in ondertrouw gaan aantekenen: aantekenen (Stein), in de kast hangen: in de kas hangen (Stein), ondertrouw: ongertrouw (Stein) aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)] III-2-2
in stof geplaatste zak ingezette tas: ingezatte tesj (Stein) een in de stof geplaatste zak [N 59 (1973)] III-1-3
in verwachting zijn groot gaan: gròòt gààn (Stein), grôât gōāne (Stein) Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 84 (1981)] III-2-2
in voorraad in voorraad: is in veurroad (Stein), voorraad hebben: vooròòd hèbben (Stein) in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)] III-3-1
inballen kapotbijten: kapotbijten (Stein) Het insluiten van de koningin door de werksters. Dit gebeurt meestal ter bescherming, maar overbodige koninginnen kunnen door dit inballen ook gedood worden. [N 63, 36a] II-6
inbraak, stopmijnen inbraak: inbraak (Stein  [(Maurits)]   [Maurits]) De schietgaten die in het midden van het schietfront liggen. De schoten worden dusdanig geplaatst dat uit het front een wigvormig stuk wordt geschoten om de werking van de latere schoten te vergemakkelijken. [N 95, 800; N 95, 431; N 95, 435; monogr.; Vwo 170, Vwo 393; Vwo 752] II-5
indigestie (hebben) bedorven maag: bedörven moag (Stein), knorren in de buik: knòrre in de bōēk (Stein) Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (muik, overetendheid). [N 84 (1981)] III-1-2
industriekool vetkool: vetkool (Stein  [(Maurits)]   [Emma]) Steenkool met meer dan veertien procent vluchtige bestanddelen. Volgens de invuller uit Q 33 is de term "industriekool" van toepassing op de volgende steenkoolsoorten: vette kool, gaskool en gasvlamkool. [N 95, 456; N 95, 457; N 95, 458; N 95, 459; monogr.] II-5
informeren (onoverg.) informeren: onformeren (Stein) inlichtingen inwinnen over iets [zich naar iets erkondigen] [N 85 (1981)] III-1-4
ingebeelde ziekte aansteller (zn.): aanstèller (Stein), ingebeeld krank: ingebeeld krank (Stein) Ingebeelde ziekte (niebekonter, iepreponder, hype). [N 84 (1981)] III-1-2