20599 |
kandeel |
grog:
grog (Q015p Stein)
|
kandeel; Hoe noemt U: Warme drank bereid uit wijn (bier, melk) met eierdooiers, suiker en kaneel, al of niet met wittebrood (kandeel, zuipen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
19109 |
kans |
kans:
kans (Q015p Stein, ...
Q015p Stein)
|
De mogelijkheid, waarschijnlijkheid om te winnen of te verliezen [kans, hasard]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
31908 |
kantbeitel |
kapbeitel:
kap˱bęjtǝl (Q015p Stein)
|
Robuust uitgevoerde houtbeitel met een dik, smal beitelblad, waarvan de afgeschuinde zijkanten meestal bij elkaar komen en zo een rug vormen. Er bestaan echter ook bredere uitvoeringen van de kantbeitel. Zie afb. 65. Door de zware uitvoering van het blad is de beitel geschikt om met een hamer in het hout gedreven te worden. De wagenmaker gebruikt de kantbeitel onder meer voor het hakken van gaten in berries en naven. [N 53, 35c; N 53, 36-37; N G, 25a; monogr.]
II-12
|
31077 |
kantlikker |
likker:
likker (Q015p Stein)
|
Het ijzeren instrument op een houten handvat waarmee men de kanten polijst door er was in te branden. Zie afb. 63. [N 60, 138a]
II-10
|
21721 |
kantongerecht |
kantongerecht:
kantongerecht (Q015p Stein),
ketônrech (Q015p Stein)
|
het laagste rechtscollege, bevoegd tot kennisneming van kleine burgerlijke zaken en tot berechting van overtredingen [kantongerecht, tribunaal] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
27696 |
kantoor |
kantoor:
kantoar (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Hoofdkantoor. De informant van Q 202 vermeldt dat het hoofdkantoor van de Oranje-Nassaumijnen ook "aquarium" werd genoemd vanwege de glazen wanden. De zegspersoon van Q 7 verstaat onder "de bureaus" het hele administratieve complex. [N 95, 25]
II-5
|
30279 |
kantstijl |
stijl:
stīl (Q015p Stein)
|
Het buitenste rechtopstaande deel van de vergaring van een paneeldeur. [N 55, 26b; monogr.]
II-9
|
27442 |
kap |
ijzeren kap:
īzǝrǝ kap (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
kap:
kap (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
plat:
plat (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Algemene benaming voor de houten of metalen balk die als bovenste deel van de ondersteuning tegen het dak geplaatst wordt en die dus rechtstreeks de druk van het dakgesteente draagt. Uit de opgaven blijkt dat men in een aantal plaatsen verschillende benamingen kent voor de houten en de ijzeren kap. Zo merkt de invuller uit K 361 op dat men in de mijn van Zolder een houten kap een "beel" en een ijzeren een "beeltje" noemt. Op de Domaniale mijn gebruikte men volgens een respondent uit Q 121c daar respektievelijk de woorden "plat" en "kap" voor en een zegsman uit Q 113 voegt daar nog aan toe dat het "plat" op de mijn Emma in de pijler werd toegepast. Op de mijn Maurits maakte men volgens de invuller uit Q 21 een onderscheid tussen een "kap" en een "kapje". De eerstgenoemde term was van toepassing op een kap die in het steenwerk werd gebruikt, de tweede op een kap die het dak van een pijler droeg. Het woordtype "houtbeel" uit L 417 is een verzamelterm voor de "ronde beel", een houten balk met een lengte van 3 meter, en de "platte beel", een verticaal houten steunelement van 2.20 meter lang. De opgaven "kophout" en "rondhout" worden in de betekenis kap in tegenstelling tot "beel" in de Belgische mijnen slechts zelden gebruikt. Het woordtype "pallisade" was volgens Loontjens (pag. 36) op de Domaniale mijn van toepassing op een houten knuppel die als kap dienst deed. [N 95, 302; N 95, 307; N 95, 308; N 95, 337; monogr.; Vwo 87; Vwo 101; Vwo 406; Vwo 449; Vwo 667]
II-5
|
29946 |
kaphamer |
kaphamer:
kaphāmǝr (Q015p Stein)
|
Metselaarsgereedschap dat wordt gebruikt voor het behakken van metselstenen. De kop van de bikhamer heeft aan één uiteinde een horizontale, spits toelopende staart, terwijl het andere uiteinde van een verticale, spits toelopende staart is voorzien. Er bestaan ook uitvoeringen waarvan de kop aan één kant is uitgevoerd met een dik vierkant uiteinde, terwijl de andere kant een horizontaal spits toelopende staart heeft. Zie ook afb. 8. Het woord 'verkeerhamer' werd volgens Van Houcke (pag. 132) in Turnhout en omgeving gebruikt. [N 30, 15a; monogr.]
II-9
|
18293 |
kapmantel |
cape (eng.):
keep (Q015p Stein)
|
kapmantel, grote zwarte ~, zeer ruime aan de hals gerimpelde cape die tot de voeten reikt en voorzien is van een grote muts [mantielie] [N 25 (1964)]
III-1-3
|