28440 |
kastdeksel |
deksel:
dęksǝl (Q015p Stein)
|
Een dekplank of dak op de kast die de bovenste kamer moet afdekken. Een dergelijk dak beschut bijen, broed en voorraad voor regen en wind. De plank heeft de oppervlakte van de broedkamer. Ze moet bijenruimte boven de ramen laten. Een combinatie van dekplank en bijenuitlaat is mogelijk maar dan moet het gat voor de uitlaat niet in het midden maar zo dicht mogelijk bij een der ramen zitten. [N 63, 10j; N 63, 10k; Ge 37, 25]
II-6
|
19505 |
kastplank |
bred:
brēt (Q015p Stein)
|
plank in een kast [DC 16 (1948)]
III-2-1
|
30366 |
kastslot |
kastslot:
kasslǭt (Q015p Stein)
|
Slot met één schoot die met behulp van een sleutel kan worden weggeschoven. [N 54, 103g]
II-9
|
19826 |
kat |
kat:
kat (Q015p Stein),
WBD/WLD
kat (Q015p Stein)
|
Hoe noemt u een kat (poes, mies, kat, balkhaas, zandhaas, marol) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
22311 |
katapult |
katapult:
Tegenwoordig kattepult, vroeger niet bekend. Wel was bekend ne flitsboag.
kattepult (Q015p Stein)
|
Hoe noemt men het speeltuig, bestaande uit een gevorkt takje, aan de uiteinden waarvan een elastiekje is vastgemaakt en waarmee jongens steentjeswegschieten? [DC 23 (1953)]
III-3-2
|
20604 |
kater |
kater:
kater (Q015p Stein, ...
Q015p Stein)
|
kater hebben; Hoe noemt U: Zich niet lekker voelen de dag na een flinke drinkpartij (een kater hebben) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24655 |
kattedoorn |
vilthaart:
WLD
vilthaart (Q015p Stein)
|
Kattedoorn (ononis spinosa). Heeft opgerichte, ten dele houtige, stevig gedoornde stengels, de stengels zijn één- of tweezijdig behaard, de plant heeft minder sterk behaarde blaadjes en buiten de kelk uitstekende vruchten (viltforst, hetegaal, berenoor, o [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24786 |
kattekruid |
kattekruid:
WLD
kattekroed (Q015p Stein)
|
Kattekruid (nepeta cataria 40 tot 100 cm grote plant. De stengels staan rechtop en zijn dicht behaard; de bladeren zijn eivormig spits, de bladrand is gekarteld of getand; de bloemen staan in lange trossen aan het eind van de stengel en in gesteelde zij [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24662 |
kattenstaart |
kattenstaart:
WLD
kattestart (Q015p Stein)
|
Kattestaart (lythrum salicaria 50 tot 150 cm grote plant. De stengels staan rechtop, zijn kantig en zijn meer of minder behaard; de bladeren zijn tegenoverstaand of in kransen en lancetvormig. De bloemen groeien in lange aren, zijn 6-tallig en purperroo [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24179 |
kauw |
dool:
daol (Q015p Stein),
dooltje:
dölke (Q015p Stein, ...
Q015p Stein),
döölke (Q015p Stein)
|
Hoe heet de kauw? [DC 06 (1938)] || kauw (33 overal bekend; grijze nek en lichte ogen, rest zwart; broedt in gebouwen, schoorstenen en holle bomen; meestal in troepen; druk; roep [kja]; vaak tam gehouden [N 09 (1961)]
III-4-1
|