21727 |
kwajongensstreek |
bagatel (<fr.):
Van Dale: bagatel (<Fr.), zaak van geen betekenis, kleinigheid.
bagatel (Q015p Stein),
bak:
Van Dale: II. bak, 4. (gemeenz.) grap, mop, poets.
bak (Q015p Stein)
|
min of meer onschuldige kindergrap [bate(n), bake(n)] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24341 |
kwaken |
kwaken:
kwake (Q015p Stein),
kwaken (Q015p Stein),
WBD/WLD
kwaken (Q015p Stein)
|
Het geluid dat de koninginnen maken net vóór ze uit de cel komen. Waarschijnlijk luistert de jonge, nog niet uitgelopen moer, of zij antwoord van een mogelijke mededingster krijgt op dit gekwaak. Als dit niet het geval is, kan ze de moercel verlaten. [N 63, 32a; N 63, 33a; Ge 37, 43] || Hoe noemt u een kwakend geluid maken, gezegd van kikkers (kwaken) [N 83 (1981)]
II-6, III-4-2
|
28516 |
kwaker |
kwaker:
kwaker (Q015p Stein)
|
Koningin die vlak vóór het uit de cel komen een dof, kwakend geluid laat horen. [N 63, 32b; N 63, 32a; N 63, 33b]
II-6
|
18156 |
kwakzalver |
kwakzalver:
kwakzalver (Q015p Stein)
|
Kwakzalver: iemand die onbevoegd de geneeskunde beoefent en vaak nutteloze dingen, middelen tegen alle mogelijke ziektes verkoopt (charlatan, plak, polak, kwakkelaar, waterziender, pisdokter, kwakzalver). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21693 |
kwanselen |
foetelen:
foetele (Q015p Stein),
handelen:
henjele (Q015p Stein),
kwanselen:
kwanselen (Q015p Stein)
|
voortdurend zijn goederen ruilen of verkopen [kwanselen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
22406 |
kwart cent in het spel |
partje:
partje (Q015p Stein)
|
Een kwart cent in het spel [partje, fieleke]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
25311 |
kwart el, maat van 17 cm |
kwart:
kwaart (Q015p Stein)
|
de maat die een lengte aangeeftt van 17 cm, 1/4 deel van een el [kwaart, vierndeel, ferrel, verrel] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
32113 |
kwart-rondvormig profiel |
duiveljager:
dȳvǝljē̜gǝr (Q015p Stein)
|
Bolvormige profiellijst met de vorm van een kwartcirkel met een plat bandje aan beide zijden. Het wordt vaak gebruikt voor de inwendige afwerking van een hoek. Zie ook afb. 155. [N 55, 154]
II-12
|
24201 |
kwartel |
kwartel:
kwattel (Q015p Stein)
|
kwartel (18 kleine uitgave van patrijs [098], wat anders gekleurd en nu veel zeldzamer; zomervogel; vroeger erg geliefd vanwege de roep [kwik, wik-wik] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
25280 |
kwartier, maat van 25 liter |
kannetje:
kenke (Q015p Stein)
|
de maat die een inhoud aangeeft van ± 25 liter [kwartier, viertel, vierendeel, kannetje] [N 91 (1982)]
III-4-4
|