19290 |
opspelen |
opspelen:
opspelen (Q015p Stein),
schandalen:
sjendule (Q015p Stein)
|
zeer boos uitvallen [sjamfoeteren, opspelen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
28431 |
opspijlen |
opspijlen:
opspīlǝ (Q015p Stein)
|
De korf van spijlen voorzien. Zie ook het lemma Verstevigingsspijlen. [N 63, 7a]
II-6
|
32936 |
opsteker |
opsteker:
ǫpstēkǝr (Q015p Stein)
|
Degene die het hooi met de oogstgaffel opsteekt naar de optasser op de wagen. [N 14, 121a; A 34, 3a]
I-3
|
17900 |
optillen |
lichten:
luchten (Q015p Stein),
oplichten:
opluchten (Q015p Stein),
òpløXtə (Q015p Stein)
|
(Op)heffen, tillen: in de hoogte heffen (beuren, heffen, tillen, lichten). [N 84 (1981)] || optillen [RND]
III-1-2
|
28579 |
optissen |
ruisen:
rūšǝ (Q015p Stein)
|
Het maken van geluid door de bijen als men de korf of kast opent. [N 63, 72]
II-6
|
30380 |
optrede |
optrede:
optrē̜j (Q015p Stein)
|
De verticale afstand tussen de bovenvlakken van twee elkaar opvolgende treden van een trap. Zie ook afb. 68a. [N 55, 89d]
II-9
|
28004 |
opvangen |
(een) spits voortrekken:
špets vø̄rtrękǝ (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
aanbouwen:
ānbǫwǝ (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Loszittende gesteentelagen in het dak niet wegnemen, maar ondersteunen. Het woordtype "(een) spits voortrekken" (L 374, L 426, L 433, Q 15, Q 21, Q 113) duidt een manier van ondersteunen aan waarbij men een halfhout met het ene uiteinde op de bestaande ondersteuning bevestigt en onder het andere einde een stijl plaatst. [N 95, 899; N 95, 892; N 95, 367; monogr.; N 95, 575; Vwo 2; Vwo 471]
II-5
|
27609 |
opvuldienst |
vulschicht:
vø̜lšex (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Emma])
|
In Nederland de dienst, in Belgiē de post die zorgt voor het opvullen van het ontgonnen pand. [N 95, 546; monogr.; Vwo 846; Vwo 850]
II-5
|
28104 |
opvullen |
blazend vullen:
bloazǝnt vø̜lǝ (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
vullen:
vø̜lǝ (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
vullen onder de rutsche:
vø̜lǝ ǫŋǝr dǝ rø̜tš (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Een ontkoold pand met stenen en/of zand opvullen. [N 95, 541; N 95, 542; N 95, 543; N 95, 555; monogr.; Vwo 731; Vwo 732; Vwo 847]
II-5
|
28105 |
opvulling, opvulmateriaal |
wasbergen:
wɛšbɛrgǝ (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
wasberger:
wɛšbɛrgǝr (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I])
|
Het materinal waarmee de door de koolwinning ontstane lege ruimten worden opgevuld. [N 95, 540; N 95, 543; N 95, 103; N 95, 104; monogr.; Vwo 135; Vwo 419; Vwo 533; Vwo 730; Vwo 848]
II-5
|