e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opspelen opspelen: opspelen (Stein), schandalen: sjendule (Stein) zeer boos uitvallen [sjamfoeteren, opspelen] [N 85 (1981)] III-1-4
opspijlen opspijlen: opspīlǝ (Stein) De korf van spijlen voorzien. Zie ook het lemma Verstevigingsspijlen. [N 63, 7a] II-6
opsteker opsteker: ǫpstēkǝr (Stein) Degene die het hooi met de oogstgaffel opsteekt naar de optasser op de wagen. [N 14, 121a; A 34, 3a] I-3
optillen lichten: luchten (Stein), oplichten: opluchten (Stein), òpløXtə (Stein) (Op)heffen, tillen: in de hoogte heffen (beuren, heffen, tillen, lichten). [N 84 (1981)] || optillen [RND] III-1-2
optissen ruisen: rūšǝ (Stein) Het maken van geluid door de bijen als men de korf of kast opent. [N 63, 72] II-6
optrede optrede: optrē̜j (Stein) De verticale afstand tussen de bovenvlakken van twee elkaar opvolgende treden van een trap. Zie ook afb. 68a. [N 55, 89d] II-9
opvangen (een) spits voortrekken: špets vø̄rtrękǝ (Stein  [(Maurits)]   [Maurits]), aanbouwen: ānbǫwǝ (Stein  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Loszittende gesteentelagen in het dak niet wegnemen, maar ondersteunen. Het woordtype "(een) spits voortrekken" (L 374, L 426, L 433, Q 15, Q 21, Q 113) duidt een manier van ondersteunen aan waarbij men een halfhout met het ene uiteinde op de bestaande ondersteuning bevestigt en onder het andere einde een stijl plaatst. [N 95, 899; N 95, 892; N 95, 367; monogr.; N 95, 575; Vwo 2; Vwo 471] II-5
opvuldienst vulschicht: vø̜lšex (Stein  [(Maurits)]   [Emma]) In Nederland de dienst, in Belgiē de post die zorgt voor het opvullen van het ontgonnen pand. [N 95, 546; monogr.; Vwo 846; Vwo 850] II-5
opvullen blazend vullen: bloazǝnt vø̜lǝ (Stein  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), vullen: vø̜lǝ (Stein  [(Maurits)]   [Maurits]), vullen onder de rutsche: vø̜lǝ ǫŋǝr dǝ rø̜tš (Stein  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een ontkoold pand met stenen en/of zand opvullen. [N 95, 541; N 95, 542; N 95, 543; N 95, 555; monogr.; Vwo 731; Vwo 732; Vwo 847] II-5
opvulling, opvulmateriaal wasbergen: wɛšbɛrgǝ (Stein  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), wasberger: wɛšbɛrgǝr (Stein  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I]) Het materinal waarmee de door de koolwinning ontstane lege ruimten worden opgevuld. [N 95, 540; N 95, 543; N 95, 103; N 95, 104; monogr.; Vwo 135; Vwo 419; Vwo 533; Vwo 730; Vwo 848] II-5