30455 |
parketvloer |
parketvloer:
parkɛt˲vlūr (Q015p Stein),
strokenvloer:
strōkǝvlūr (Q015p Stein)
|
Vloer van smalle stroken tropisch hout of kwadraatvormige, ingelegde houten tegels die blind vernageld worden. Een vloer van korte en smalle stroken die zonder ondervloer in verstek of in keperverband over de balken wordt gelegd, wordt ook wel 'Wener vloer' genoemd (Zwiers II, pag. 563). Zie ook afb. 74. [N 54, 130; N 54, 131a; monogr.]
II-9
|
21180 |
parlevinker |
parlevinkel:
parlevinkel (Q015p Stein),
parlevinker:
parlevinker (Q015p Stein)
|
het bootje van een koopman te water [parlevinker, ventjager] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
28840 |
pasband |
litskant:
letškęntj (Q015p Stein)
|
Linnen bandje dat in een kledingstuk wordt meegenaaid om uitrekken te voorkomen. [N 59, 41; MW]
II-7
|
21217 |
pasfoto |
fotopas:
foto-pas (Q015p Stein),
pasfoto:
pasfoto (Q015p Stein)
|
de foto zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moet worden aangebracht [tiptopje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
28861 |
paskoord |
gimpf:
gempf (Q015p Stein)
|
Met katoen omspannen metaaldraad die ter versterking van het knoopsgat strak en vlak langs de snede van het knoopsgat wordt vastgenaaid. Zie afb. 1. [N 59, 8]
II-7
|
28883 |
paskoordnaald |
gimnaalde:
gemnǭlj (Q015p Stein)
|
Tijdens het bevestigen van het paskoord rondom het te maken knoopsgat gebruikt men de paskoordnaald om het paskoord aan te hechten en strak en vlak langs de snede van het knoopsgat te spannen (Papenhuyzen III, pag. 17). De paskoordnaald is 6 à 8 cm lang en loopt naar het oog wat dik toe. Het oog is flink groot, omdat het paskoord erdoorheen moet (idem, pag. 12). Zie afb. 10. [N 59, 12]
II-7
|
21202 |
paspoort |
pas:
pas (Q015p Stein, ...
Q015p Stein,
Q015p Stein,
Q015p Stein)
|
het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
28897 |
paspop |
paspop:
paspop (Q015p Stein)
|
Pop waarop men gemaakte kleren past. Er zijn verschillende soorten paspoppen, bijv. harnassen van metalen ringetjes die van voren of van achteren kunnen worden gesloten of pasvormen van geprepareerd papier of karton (Morand, pag. 35). Er bestaan echter ook standaard-paspoppen, zowel voor mannen, vrouwen als kinderen. [N 59, 33]
II-7
|
18183 |
passen |
goed passen:
past goot (Q015p Stein),
goed staan:
goed staèn (Q015p Stein),
passen:
pasǝn (Q015p Stein)
|
Een kledingstuk passen om te zien of het goed zit en de juiste maat heeft. [N 59, 73; N 62, 8; L 48, 1; monogr.] || nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)]
II-7, III-1-3
|
28898 |
passpiegel |
passpiegel:
pasšpēgǝl (Q015p Stein)
|
Grote spiegel waarin men zich helemaal kan zien, ten voeten uit. [N 59, 34]
II-7
|