e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rechtop fiks: fiks (Stein) rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)] III-4-4
rechtspreken rechten: rechten (Stein) rechtspreken [rechten] [N 90 (1982)] III-3-1
rechtstaande oren lapsoren: lapsoaren (Stein) oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)] III-1-1
rechtvaardig eerlijk: jerlik (Stein), rechtvaardig: rechtvaardig (Stein) handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)] III-1-4
redcel redcel: redcel (Stein) Gewone werkbijcel die ontwikkeld wordt tot koninginnecel of moerdop, als het bijenvolk moerloos is geworden of dreigt te worden. Deze redcel of nooddop wordt midden op de raat gebouwd. [N 63, 26b; Ge 37, 50] II-6
reeks, rij reeks: reeks (Stein) een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)] III-4-4
regelaar vervoer vervoersregelaar: vervoersregelaar (Stein  [(Maurits)]   [Maurits]), vervoersregelaar-telefonist: vervoersregelaar-telefonist (Stein  [(Maurits)]   [Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Emma]) De vervoerregelaar regelt in de Nederlandse mijnen het transport en de distributie van de lege wagens voor de verschillende laadstations. In de Belgische mijnen kent men hiervoor de "dispatcher". "De dispatcher verdeelt de ledige mijnwagens over de verschillende afdelingen en pijlers. Hij vormt de rijen wagentjes voor hun vertrek en stelt zich gedurende de ganse werktijd telefonisch op de hoogte van het vervoer" (Vanwonterghem pag. 100). [N 95, 150; N 95, 149b; monogr.; Vwo 233; Vwo 284; Vwo 828; Vwo 830] II-5
regen (alg.) regen: rèngen (Stein) regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)] III-4-4
regenboog regenboog: règenbŏŏg (Stein) regenboog [weerteken] [N 22 (1963)] III-4-4
regenbuitje meischeutje: zomerdag  ⁄n meischeutje (Stein) licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)] III-4-4