e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verhoren verhoren: verhoren (Stein), verwèrre (Stein) iemand ondervragen in een zaak voor de rechter [verhoren, overhoren, onderhoren] [N 90 (1982)] III-3-1
verhuizen verhuizen: verhuizen (Stein) Van woning veranderen (verhuizen, overhuizen, overtrekken) [N 79 (1979)] III-2-1
verjaardag geboortesdag: hè hèt murge geboartesdaag (Stein), verjaardag: verjaordaag (Stein), Karte 183.  verjaardag (Stein) Geburtstag. || Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] || Hij was gisteren jarig, maar ik ... zn hele verjaardag vergeten. [DC 45 (1970)] III-3-2
verkanteling bijschaven: bīšāvǝ (Stein) Het schuin bijgewerkte boven- of ondervlak van de boom, wanneer de treden er onder een andere dan een rechte hoek invallen. De verkanteling wordt, met uitzondering van de rechte steektrap, bij alle trappen aangebracht. [N 55, 119] II-9
verkeren vrijen: vriejen (Stein), vrijën (Stein), vriën (Stein) verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)] III-3-1
verkering sjans: sjans (Stein, ... ) verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 87 (1981)] III-2-2
verkering hebben vrijen: vriejen (Stein), vriet (Stein), vrijën (Stein), vriën (Stein) verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)] || verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 87 (1981)] III-2-2
verkillen killen: kellen (Stein), kêllen (Stein) Ongevoelig worden van kou, gezegd van ledematen (killen). [N 84 (1981)] III-1-2
verkleumd steenkoud: stein koud (Stein), stijf: stief van de koud (Stein) verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)] III-1-2
verkouden verkoud: verkawt (Stein), versnopt: ich bēn versjnòpt (Stein), versnòpt (Stein) Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] III-1-2