e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
werkjasje kiel: kēl (Stein) De kiel die men in L 321 kende, reikte tot even over de heupen, was hoog gesloten en had een klein, staand boordje en twee opgestikte zakken. Het jasje was vervaardigd van lichtbruine 'pilo' ('pi`lo'), een stof die volgens de zegsman gauw vaal werd. [N 30, 5b; monogr.] II-9
werkkiel blauwe kiel: blǫwǝ kēl (Stein) Loshangend kort overkleed, meestal van blauw linnen of katoen, dat de timmerman draagt tijdens het werk. [N 55, 183a-b] II-12
werknummer nommer: nomǝr (Stein  [(Maurits)]   [Maurits]) Het werknummer van de mijnwerker dat onder meer op zijn gereedschap, controlepenning en mijnlamp staat. Het nummer is ook van belang in verband met de loonlijst. [N 95, 987; monogr.] II-5
werkplaats werkhuis: werkǝs (Stein), werkplaats: werkplāts (Stein  [(Maurits)]   [Maurits]) [N 95, 10]De werkruimte van een timmerman, en bij een groter timmerbedrijf waar meer afdelingen zijn, ook dat deel van het bedrijf waar de belangrijkste timmerwerkzaamheden worden verricht. Meer specialistische handelingen worden dan in andere ruimtes gedaan, zoals de zagerij, de freesafdeling, etc. [N 55, 176; N 55, 178d; monogr.] II-12, II-5
werkschoen werkschoen: wirkschoon (Stein) ploegschoenen [bow-, werkschoon] [N 24 (1964)] III-1-3
werpen van jongen jongelen: jungelen (Stein), jongen: WBD/WLD  jòngen (Stein) Hoe noemt u een jong ter wereld brengen (jongen, moederen) [N 83 (1981)] III-4-2
wervel wervel: wervǝl (Stein) Blokje hout, dat draaibaar om een spijker op de kozijnstijl is aangebracht en dient om deuren van kastjes en schuurtjes gesloten te houden. In het gebied rond Weert werd het ook voor vensterluiken gebruikt. Zie ook 'Limburgs Idioticon', pag. 291, s.v. 'wölverke', het, ø̄Nachtslotje. 't Is de kantuitspraak van wervelke. Geh. St-Truiden.ø̄ [A 27, 32a-b; monogr.] II-9
wervelwind wervelwind: wervelwendj (Stein) Hoe noemt men een ronddraaiende wind, die stof en zand van de grond doet opwervelen of water als een zuil omhoogzuigt? [DC 30 (1958)] III-4-4
wesp wesp: weesp (Stein), wesp (Stein) wesp [DC 09 (1940)] III-4-2
wethouder, schepen wethouder: wèthouwer (Stein), ps. boven de "é"staat nog een lengteteken; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen!  wéthawwer (Stein) het door de gemeenteraad gekozen lid van het dagelijks bestuur van een gemeente [wethouder, schepen] [N 90 (1982)] III-3-1