17745 |
zwak, slap |
slap:
slap (Q015p Stein),
zwak:
zwaak (Q015p Stein, ...
Q015p Stein,
Q015p Stein)
|
zwak [DC 02 (1932)] || Zwak, slap: gering van lichaamsvermogen, niet sterk (zwak, min, slap). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
30419 |
zwaluwstaartinkepingen |
inkepingen:
enkēpeŋǝ (Q015p Stein)
|
Zwaluwstaartvormige inkepingen die aan de onderzijde van de treden worden aangebracht. Zij passen in eiken latjes van dezelfde vorm die met behulp van houtschroeven op de uitgezaagde boom zijn bevestigd. [N 55, 135a]
II-9
|
30420 |
zwaluwstaartlatten |
zwaluwstaartlatten:
zwarbǝlǝstɛrtlatǝ (Q015p Stein)
|
Zwaluwstaartvormig geschaafde latjes die met behulp van houtschroeven op de uitgezaagde boom zijn bevestigd. Volgens de invuller uit Q 121c waren de latjes in 'eiken' ('ēxǝ') of 'beukehout' ('bøkǝhōts') uitgevoerd. [N 55, 135b]
II-9
|
32038 |
zwaluwstaartverbinding |
gezwarbeld:
gǝzwarbǝlt (Q015p Stein),
zwalberstaart:
zwɛrbǝlstart (Q015p Stein)
|
In het algemeen een verbinding waarbij een soort pen, uitgesneden in de vorm van een zwaluwstaart aan het einde van het ene stuk hout, wordt gevoegd in een inkeping van dezelfde vorm aan het einde van het andere stuk. Zie ook afb. 133. [N 54, 55a; A 18, 39e; monogr.]
II-12
|
24855 |
zwaluwtong |
wilde boontjes:
WLD
wildeboontjes (Q015p Stein)
|
Zwaluwtong (polygonum convolvulus). Tot meer dan 1 m lange klimplant; de stengels zijn windend, dun en ruw; de bladeren zijn pijlvormig en driehoekig; de bloemen groeien in trosjes in de bladoksels, het bloemdek is driekantig met een smalgevleugelde slip; [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24592 |
zwanebloem |
waterlis:
WLD
waterlis (Q015p Stein)
|
Zwanebloem (butomus umbellatus een 100 tot 150 cm hoge plant. De stengels zijn rond; de bladeren groeien rechtop, ze zijn lijnvormig en driekantig; de bloemen groeien in een scherm en zijn witachtig tot bruinroze van kleur, tevens donkerder geaderd. Blo [N 92 (1982)]
III-4-3
|
27339 |
zware hamer |
zware hamer:
žwoarǝ hamǝr (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Voorhamer, grote moker. Het woordtype "mottek" (Q 121b, Q 202) is een verbastering van het Poolse mtottek. De term "meesterhouwer" (Q 21) was op de mijn Maurits een spottende benaming voor een zware hamer. [N 95, 739; monogr.]
II-5
|
18537 |
zwart pak |
fantasiepak:
fantasie pak (Q015p Stein),
pak met de fantasiebroek:
pak met de fantasiebrook (Q015p Stein)
|
pak, zwart ~, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 23 (1964)] || zwarte pak, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 59 (1973)]
III-1-3
|
33481 |
zwarte bes |
zwarte wiemeren:
oi van trois
zwarte wiemere (Q015p Stein)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|
24345 |
zwarte bladluis |
meelde:
eigen spellingsysteem
meelje (Q015p Stein)
|
bladluis (zoals bijv. de zwarte tuinbonenluis) [himmelzoad, meelow, melde, smeelje] [N 26 (1964)]
III-4-2
|