e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

Gevonden: 5275
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zweten zweten: zweiten (Stein) zweten [N 10a (1961)] III-1-2
zwichtstelling etage: ētāš (Stein), stelling: stęleŋ (Stein) De omloop of galerij om de Hollandse molen vanwaar men de zeilen kan zwichten en eventueel ook de vang kan bedienen. Zie ook afb. 24. [N O, 57a; Sche 23] II-3
zwiktang zwiktang: zwiktang (Stein) De tang waarmee men in het hol overhaalt. "In plaats van de rektang wordt veelal gebruikt de voor het opzwikken van doorgenaaid werk noodige zwiktang, die het voordeel heeft, dat hij ook als hamer te gebruiken en ongeveer even duur is." (Directie, pag. 304). Volgens de informant van Q 18 gebruikt hij de zwiktang uitsluitend om de neus en de hiel bij te zwikken. Men kan hiermee kleine stukjes van het leer bijtrekken, zodat er geen plooien ontstaan. Zie afb. 38. [N 60, 83c] II-10
zwoegen ploeteren: ploeteren (Stein), wroetelen: vreutele (Stein), zich uitsloven: oetsloven (Stein), zich weren: zig wêre (Stein) hard werken [zwoegen, wroeten, adammen, muiken, ploeteren, trimmen, porren] [N 85 (1981)] || zich bijzonder inspannen, erg veel moeite doen [zich weren, zich uitsloven, weerbieden] [N 85 (1981)] III-1-4
zwoord spekzwaard: spekzwaas (Stein), zwaard: jòaas (Stein), zwaarsj (Stein), zwaas (Stein) De zwoord, van het spek (zwaart, zwaort?) [N 16 (1962)] || zwoerd (van spek) [N 07 (1961)] III-2-3