e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

Gevonden: 5275
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broek boks: bø̜ks (Stein  [(Maurits)]   [Emma]) Broek gemaakt van zeer stevige stof en voorzien van dubbele knieēn. Volgens een informant van Q 121 is de "kuilboks" een onderdeel van de "kuilmontuur". [N 95, 61; monogr.] II-5
broek met split broek met gulp: broak mit gölp (Stein) een broek met een slip aan de voorkant [N 59 (1973)] III-1-3
broek, veren aan de poten struifjes: struufkes (Stein) veren aan de poten van een vogel (scherkes) [N 83 (1981)] III-4-1
broek: algemeen boks: boks (Stein), broek: brook (Stein, ... ) broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] || broek met een split aan de voorkant [fluitjesbroek] [N 23 (1964)] || Hoe noemt men de broek (bovenkleeding)? Maakt men misschien onderscheid tusschen een klepbroek en een gewone broek? [DC 09 (1940)] III-1-3
broekenmaker broekenmaker: brōkǝmākǝr (Stein) Persoon die alleen maar broeken maakt. Het woordtype stukwerker duidt op een persoon die niet uitsluitend broeken maakt. [N 59, 195b] II-7
broekenplank persplank: pē̜splaŋk (Stein) De broekenplank is de strijkplank die bij het openpersen van de broeksnaden in de broekspijp gestoken wordt. Deze plank heeft volgens de informant van L 416 de lengte van de broekspijp. De informanten van Q 17, Q 165 en Q 198 noemen zowel de plank waarmee zij de broekspijpen persen als de plank waarmee zij de mouwnaden persen mouw(e)plank(je) of mouwenhout. Zie ook de lemmata ɛpersplankɛ en ɛmouwplankɛ. Zie afb. 15.' [N 59, 19c] II-7
broekland, moeras moeras: meras (Stein), moeras (Stein, ... ), zijp: ziep (Stein) moeras [DC 02 (1932)] III-4-4
broekspijp broekspijp: brookspiepe (Stein), pijp: piepen v.d. brook (Stein) de pijpen van de broek [N 59 (1973)] || pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)] III-1-3
broeksriem broeksriem: brooksreem (Stein) band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)] III-1-3
broekzak achter achtertas: achtertēsj (Stein), vottenmaal: vottemaal (Stein), vottentas: vottetesj (Stein) de achterzak [N 59 (1973)] || zak aan de achterkant van de broek [konttes, votteske] [N 23 (1964)] III-1-3