e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

Gevonden: 5275
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doedelzak doedelzak: doedelzak (Stein) Het blaasinstrument dat bestaat uit een leren zak waarin de speler lucht blaast die hij dan door druk met de arm in een soort schalmei met toongaten blaast; andere schalmeien aan de zak blijven dezelfde toon geven [doedelzak, doerelzak, moemelzak]. [N 90 (1982)] III-3-2
doel goal (eng.): Karte 169.  goal (Stein) Tor des Fussballspiels. III-3-2
doel bij verstoppertje spelen buut: buut (Stein), pot: pot (Stein) Het doel bij het verstoppertje spelen [buut]. [N 88 (1982)] III-3-2
doelloos friemelen friemelen: friemelen (Stein) haffelen: Doelloos met de handen spelen (haffelen, krawietelen). [N 84 (1981)] III-1-2
doelman keeper (eng.): Karte 170.  keeper (Stein) Tormann. III-3-2
doen vechten achtereenhangen: hiŋk dən he.ələ wɛ.rəlt axtər ɛ.inə (Stein) Hij deed geheel de wereld vechten. [RND] III-3-1
dof, gedempt van geluid hol: hol (Stein) niet helder, gedempt, gezegd van een geluid [grof, dof, hol, schor] [N 91 (1982)] III-4-4
doffer, mannelijke duif doffer: doffer (Stein), hoorn: haore (Stein), heure (Stein), hoare (Stein), hoorn (Stein), hören (Stein), horen: haore (Stein, ... ), hoare (Stein) doffer: een mannelijke duif [GV K (1935)] || duif, mannetje [ZND 18 (1935)] || een mannelijke duif (doffer, kebber, kipper, horen, duivcer) [N 83 (1981)] III-4-1
dogkar dogkar: doq˱kar (Stein) Tweewielig licht rijtuig, meestal zonder kap, voor vier personen die rug aan rug zitten. Er is geen aparte bok voor de koetsier. [N 17, 5, add; N 101, 5; N G, 51; L 27, 33; L 36, 70; L1a-m; monogr.] I-13
dokteren dokteren: dokter (Stein), dokteren (Stein) dokteren: De geneeskunde beoefenen (meesteren, dokteren). [N 84 (1981)] III-1-2