e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

Gevonden: 3124
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hulst hulst: NCDN  huls (Stevensweert) De altijdgroene heester met stijve, stekelpuntige, glimmende bladeren, witte bloemen en rode bessen; hulst (heukel, velst, ulster, prikblad). [N 82 (1981)] III-4-3
huppelen huppelen: huppölö (Stevensweert) Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen). [N 84 (1981)] III-1-2
hurken op de hukken gaan zitten: op de høke goan zitte (Stevensweert) hurken [SGV (1914)] III-1-2
huurhuis gehuurd huis: gehuurd hoes (Stevensweert) huurhuis [SGV (1914)] III-2-1
huurpenning meepenning: meejpĕnning (Stevensweert) huurpenning [SGV (1914)] III-3-1
huwelijk huwelijk: huuwelik (Stevensweert) huwelijk [SGV (1914)] III-2-2
hyacint hyacint: -  hiacint (Stevensweert) hyacint [DC 60a (1985)] III-2-1
iemands overlijden aanzeggen ter lijk bidden: naaste buren  ter liek bèje (Stevensweert) lijkbidders; wordt het overlijden aangezegd door de naaste buren of door lijkbidders? Hoe heten deze (aanzeggers, aansprekers, groeveneugers, uitingstneugers, lijkers, enz.)? (duidelijk vermelden of deze naam op de buren of op de lijkbidders slaat) [VC 03 (1937)] III-2-2
iep iep: NCDN  ĭĕp (Stevensweert) De iep; een snel groeiende boom die tot 18 m hoog kan worden me een brede kroon; vele iepen worden het slachtoffer van de iepziekte en verdwijnen snel (iep, olm) [N 82 (1981)] III-4-3
ijlen ijlen: iĕlö (Stevensweert) Ijlen: door koorts verward, onsamenhangend spreken (ijlen, bazelen, razen, raaskallen, delireren). [N 84 (1981)] III-1-2