e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jam gelei: sjölei (Stevensweert), jam: sjem (Stevensweert) jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)] III-2-3
jarig zijn jarig zijn: he is jørich (Stevensweert), hè is jörig (Stevensweert) Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] III-3-2
jarretelle jarretelle (fr.): jĕrtels (Stevensweert) jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)] III-1-3
jas: algemeen jas: jas (Stevensweert, ... ), jĕs (Stevensweert) jas [SGV (1914)] || jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] || jassen (mv.) [SGV (1914)] III-1-3
jasje van het mantelpak jasje: jèske (Stevensweert) jasje van het mantelpak [N 23 (1964)] III-1-3
jasschort jasscholk: jassjŏlk (Stevensweert), schort die helemaal sluit  jassjolk (Stevensweert) schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)] || zijn er verschillende namen voor verschillende soorten van deze kledingstukken ? [DC 15 (1947)] III-1-3
jenever jenever: sjöneevör (Stevensweert) jenever; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank bereid uit moutwijn waaraan bij de distillatie jeneverbessen zijn toegevoegd, die er het aroma aan verlenen (snevel, babbelwater, jandoedel, knevelwas, kwak, sjenevel, jenever, klare, snaps) [N 80 (1980)] III-2-3
jeneverbes wacholder: wachelder (Stevensweert) jeneverbes (Juiniperus communis L.) [Roukens 03 (1937)] III-4-3
jeuk jeuk: jök (Stevensweert) jeuk [öksel, jukt, ukt] [N 10a (1961)] III-1-2
jeuken jeuken: t jèùk (Stevensweert) jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)] III-1-2