e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lelietje-van-dalen lelietje-van-dalen: -  lelietje-van-dalen (Stevensweert) lelietje-van-dalen [DC 60a (1985)] III-4-3
lemmer snijblad: sjnieblààd (Stevensweert) snijblad van een mes (lemmer, lemmet) [N 20 (zj)] III-2-1
lende lende: linje (Stevensweert, ... ) lendenen [SGV (1914)] || lendenen [lenge, leene, leende] [N 10 (1961)] III-1-1
lenig lenig: lenig (Stevensweert) lenig [zwak, gezwak] [N 10 (1961)] III-1-1
lepel lepel: leèpel (Stevensweert) lepel in het algemeen (lepel, lippel, leeper) [N 20 (zj)] III-2-1
lepelrek lepelrek: leèpelrèk (Stevensweert) rekje aan de wand waarin lepels worden bewaard [N 20 (zj)] III-2-1
leren leren: léĕre (Stevensweert) studeeren [SGV (1914)] III-3-1
leren beenkap gamasche: kamasje (Stevensweert) lederen beenkappen [kemasse, kamasje] [N 24 (1964)] III-1-3
leren, studeren studeren: stuudeere (Stevensweert) studeeren [SGV (1914)] III-3-1
leunstoel kraamstoel: krōͅmstōl (Stevensweert) leuningstoel [SGV (1914)] III-2-1