e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

Gevonden: 3124
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bevelen bevelen: bevĕle (w) (Stevensweert, ... ) bevel [SGV (1914)], [SGV (1914)] III-1-4, III-3-1
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal groenplaats: grø̄nplāts (Stevensweert), opslag: ǫpslāx (Stevensweert) De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c] I-6
beweeglijk rondlopen ritsen: ritse (Stevensweert) lopen: beweeglijk rondlopen [ritse, kwinkeleere] [N 10 (1961)] III-1-2
bewolking wolken: de wolke (Stevensweert, ... ) bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)] III-4-4
bewolkte lucht overlopen lucht: äöverloupe (Stevensweert) Hoe zegt men in uw dialect: De lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [DC 30 (1958)] III-4-4
bezem bezem: bēͅsəm (Stevensweert), straatbezem: Zie tekening: 1 (links)  stroatbèsem (Stevensweert), straatveger: stroatvèger (Stevensweert) bezem [SGV (1914)] || bezem (soorten) [DC 15 (1947)] III-2-1
bezemsteel steel: štēl (Stevensweert) bezemsteel [RND] III-2-1
bezoek bezoek: bezeuk (Stevensweert) bezoek [SGV (1914)] III-3-1
bezwijming flauwte: floawtö (Stevensweert) Bezwijming: flauwte, onmacht (kwalijkte, kwalijkvaart, zwijm, zwijmel). [N 84 (1981)] III-1-2
bibberen bibberen: bibbere (Stevensweert), rijderen: riejere (Stevensweert), rieère (Stevensweert) beven [rijde, ridde, riere, rijgele, rijere] [N 10a (1961)] || bibberen, bibberen [SGV (1914)] III-1-2