e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onpaar onpaar: (Meestal: homp).  onpaar (Stevensweert) onpaar [SGV (1914)] III-3-2
onrijp groen: gruèn fruit ête (Stevensweert), NCDN  greun (Stevensweert), onrijp: NCDN  oanrīēp (Stevensweert) fruit [onrijp ~ eten] [SGV (1914)] || Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] III-2-3
onrijp, onvolgroeid groen: NCDN  greun (Stevensweert), onrijp: onriep (Stevensweert), NCDN  oanrīēp* (Stevensweert) Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] || onrijp [SGV (1914)] I-7
onstuimige lucht grillige lucht: grellige locht (Stevensweert), rouwe lucht: ’n roe log (Stevensweert) onstuimige, woest bewolkte lucht [grellig] [N 22 (1963)] III-4-4
ontbijt koffiedrinken, het -: allen dezelfde tijd behalve: de boeren drinken in de zomer om 6 en 9 uur koffie  koffiedrinken (Stevensweert) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 8 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
ontsteking ontsteking: oantstééking (Stevensweert) Ontsteking: plaatselijke infectie van weefsel, lichaamsdelen, gepaard gaande met roodheid, zwelling en pijn (meuk, mik). [N 84 (1981)] III-1-2
onvolgroeide vrucht onvoorgroeide vrucht: NCDN  oanvörgreujdö vröch* (Stevensweert) Een onvolgroeide vrucht (krots, gast). [N 82 (1981)] I-7
onvruchtbare koe guste koe: gustǝ ku (Stevensweert) In dit lemma duiden de benamingen niet alleen op een koe die bij de dekking niet is bevrucht maar ook op een rund dat halfslachtig ter wereld is gekomen dat wil zeggen half stier en half koe is. Ook tweeling-runderen zijn vaker onvruchtbaar. [N 3A, 102; N 3A, 103; N 3A, 150h; N 3A, 150i; JG 1a, 1b; A 4, 14; L 20, 14; monogr; add. uit N C] I-11
onweersbui donderbui: donderbuuj (Stevensweert), donderschuil: dondersjoel (Stevensweert), ’n dondersjoel (Stevensweert), onweersbui: onwêrsbuuj (Stevensweert), onweerschuil: onwèrsjoel (Stevensweert) donderbui [SGV (1914)] || onweersbui [SGV (1914)] || onweersbui met veel regen en wind [schoer, donderschoer] [N 22 (1963)] III-4-4
onweerx donderweer: dōnder wèr (Stevensweert), onweer: ōn wèr (Stevensweert) onweer [N 22 (1963)] III-4-4