e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peuzelen peuzelen: pêûzölö (Stevensweert) peuzelen; Hoe noemt U: Langzaam en met smaak eten (pluizen, peuzelen) [N 80 (1980)] III-2-3
piepen sjierpen: sjierpö (Stevensweert) een zacht piepend geluid geven, gezegd van vogels (sjirpen, tjilpen, tjerpen) [N 83 (1981)] III-4-1
pijn pijn: pien (Stevensweert) mijn voeten doen mij erg zeer [DC 03 (1934)] III-1-2
pijnscheut kramp: kramp (Stevensweert), kriebeling: kriĕböling (Stevensweert), kriemeling: kirmöling (Stevensweert), pijn in de zij: [0 - pijn in zijde: gn.lm.]  pien in de sie (Stevensweert), scheut: [-> lm. pijnscheut, rk]  he kreeg unne sjeut (Stevensweert) Een plotseling optredende, lang aanhoudende spierkramp die bij een bepaalde beweging, meestal aan 1 zijde, in de lendenspieren optreed? (Nederlands: spit) [DC 60 (1985)] || Een steek in de zij? ( is vaak het gevolg van hardlopen) [DC 60 (1985)] || Sterke kriebeling of trekking door pijn veroorzaken (morren). [N 84 (1981)] III-1-2
pimpelmees bijmees: biemees (Stevensweert), blauwmees: blauwmees (Stevensweert), pimpelmees: pimpelmees (Stevensweert), pimpeltje: pimpelke (Stevensweert) Hoe heet de pimpelmees? [DC 06 (1938)] || pimpelmees || pimpelmees (11,5 blauwe kop, gele onderkant; nogal bekend, komt voor als koolmees [052] [N 09 (1961)] III-4-1
pink pink: pink (Stevensweert) Pink, de vijfde, kleinste vinger (pinkel, pinker, pink, petieter, piepzakje). [N 84 (1981)] III-1-1
pinksterbloem fletje: -  fletje (Stevensweert), violetje: flɛtjǝ (Stevensweert) Cardamine pratensis L. Een algemeen voorkomend, veldkersachtig plantje in graslanden, bermen en aan waterkanten met witte tot vaag lilagekleurde kruisbloempjes in trossen op een hol stengeltje en dun blad dicht bij de grond. Het bloeit van april tot juni en varieert in hoogte van 15 tot 50 cm. Niet te verwarren met de (echte) koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi L.; zie het lemma Echte Koekoeksbloem), die op dezelfde plaatsen groeit, maar roze-rode bloempjes heeft met gespleten kroonbladeren. Kroenekraan is de plaastelijke benaming van de kraanvogel. [N 37, 16f; A 17, 3; A 49B, 3; monogr.] || pinksterbloem [DC 17 (1949)] I-5, III-4-3
pinksteren pinksten: Pinkste (Stevensweert) Pinksteren [SGV (1914)] III-3-3
pioen balroos: (roeos=roos)  balroeos (Stevensweert), ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  balroos (Stevensweert) [DC 17 (1949)]Pioen (Paeonia officinalis L.) [DC 17 (1949)] I-7, III-2-1
pissebed keldervarkentje: WLD  kèldör vèrkskö (Stevensweert), molenvarkentje: oniscus asellus/oniscus murarius (=ZND 18)  mueuleverkske (Stevensweert) Hoe noemt u de keldermot, pissebed (kelderoog, varkentje, stekelvarken, steenmot, zespoter, varkensbeest) [N 83 (1981)] || pissebed, keldermot [GV K (1935)] III-4-2