19749 |
tuinhuisje |
zomerhuisje:
zoomerhuuske (L378p Stevensweert)
|
priëel [SGV (1914)]
III-2-1
|
33593 |
tuinkers |
tuinkers:
NCDN
tuinkèrs (L378p Stevensweert)
|
Tuinkers; de plant heeft duidelijk witte of roodachtige bloempjes in een smalle tros en schuinopstaande vruchtjes die ongeveer een halve cm lang zijn, de bladerenzijn zeer fijn verdeeld, de stengel en kalkrijke vruchten zijn blauw berijpt (kers, tuinkers, [N 82 (1981)]
I-7
|
33542 |
tuinkervel |
kervel:
NCDN
kèrvöl (L378p Stevensweert)
|
Tuinkervel; een één of tweejarig kruid, 30-60 cm hoog, met witte bloemen; de bladeren worden gebruikt in soep, sausen en salade (kervel, gervel, kelver, scharnpiep). [N 82 (1981)]
I-7
|
18710 |
tuinwant |
tuinhaas:
toenhèijse (L378p Stevensweert)
|
wanten, dikke, vaak leren ~, om in doornheggen te werken [tuunen, tuinheisje, döörheusje] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
19512 |
tuit |
tuit:
teùt (L378p Stevensweert)
|
tuit van de waterketel van koper of ijzer en met hengsel en tuit [N 20 (zj)]
III-2-1
|
24259 |
tureluur |
tureluur:
tureluur (L378p Stevensweert),
tuurelûûr (L378p Stevensweert)
|
tureluur || tureluur (28 minder algemeen dan grutto [111]; lijkt wel een kleine bruine uitgave ervan met rode pootjes en snavel; roep [tuu-tu-tu] en [teluuje, teluuje] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
20116 |
turfmolm |
molm:
molm (L378p Stevensweert, ...
L378p Stevensweert)
|
[SGV (1914)]Afval van turf, losse rommel, boomaarde. In dit lemma zijn de opgaven van de enquête S samengevoegd met de opgaven van de enquêtevraag I, 32. Men moet wel beseffen dat hierdoor verschillende soorten molm aangeduid kunnen worden. Maar in beide enquêtes werd duidelijk gevraagd naar de "turfmolm"; vandaar dat beide vragen hier verwerkt zijn. [I, 32; S 24]
I-7, II-4
|
24495 |
twijg, jonge tak |
takje:
NCDN
tèkskö (L378p Stevensweert)
|
Een twijg, een jonge tak (bent, twijg, wis, sprik, tak, teen). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33327 |
u-vormige hoeve |
toe goed:
tu gōt (L378p Stevensweert)
|
De bebouwing ligt in hoefijzervorm; de binnenplaats is aan drie zijden gesloten door woonhuis, stallen en schuren. Enkele opgaven komen overeen met de algemene benaming voor de boerderij; ter plekke is dan de U-vormige bouw de algemeen gebruikelijke. Voor de fonetische documentatie van deze gevallen wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 5. [N 4A, 3]
I-6
|
33597 |
ui, ajuin |
un:
mv unne
un (L378p Stevensweert),
unne:
unne (L378p Stevensweert)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|