e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitwendig kruiwerk kruiwerk: krøjwɛ̄rǝk (Stevensweert) Algemene benaming voor alle voorzieningen die aan de buitenzijde van de molen zijn aangebracht om de gehele molen of de molenkap naar de wind te draaien. [N O, 30h; Sche 60; monogr.] II-3
uitwerpselen van het paard paardskeutelen: pē̜rskøtǝlǝ (Stevensweert) [A 9, 24b] I-9
uitwerpselen van koeien koestront: kustronjtj (Stevensweert) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
unster ponder: pŭnjer (Stevensweert) unster (balans) [SGV (1914)] III-3-1
vaars vaars: vē̜rs (Stevensweert), vɛs (Stevensweert) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatdoek schotelsplag: šoͅtəlsplak (Stevensweert), doek waarmee afgewassen wordt  šoͅdəlsplak (Stevensweert) de doek waarmee het afgewassen vaatwerk wordt gedroogd; zijn er verschillende soorten [DC 15 (1947)] || vaatdoek [SGV (1914)] III-2-1
vader pap: pap (Stevensweert), vader: vaader (Stevensweert, ... ), vaadər (Stevensweert, ... ) (vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader [SGV (1914)] || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] III-2-2
vagevuur vagevuur: vaagevuur (Stevensweert) vagevuur [SGV (1914)] III-3-3
valgordijn, rolgordijn store (fr.): (ook stoars ...).  stoar (Stevensweert) valgordijn [SGV (1914)] III-2-1
valhoedje valhoedje: valheudje (Stevensweert) hoedje, beschuttend ~ voor kinderen die pas lopen [N 25 (1964)] III-1-3