e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlees vlees: vleis (Stevensweert) vlees [DC 03 (1934)] III-2-3
vleesmade, larve van de bromvlieg made: maaij (Stevensweert), mááj (Stevensweert) made, vleeswormpje [N 26 (1964)] III-4-2
vleien flikkeflooien: (tweeklank).  flikkeflôaie (Stevensweert) flikflooien [SGV (1914)] III-3-1
vleiwoord voor het varken varken: vɛrkǝ (Stevensweert) [VC 14, 2c v] I-12
vleugel vleugel: vluuegöls (Stevensweert) vleugel: elk der beide lichaamsdelen van vogels die hun tot vliegen dienen (wiek, zwing, vlerk, vleugel) [N 83 (1981)] III-4-1
vliegen, weven van een vlieg torren: WLD  toarö (Stevensweert) Hoe noemt u draaiende bewegingen maken om iemands hoofd, gezegd van een vlieg of mug (weven) [N 83 (1981)] III-4-2
vliegend ongedierte muggen: de mökke (Stevensweert) vliegend gedierte [N 26 (1964)] III-4-2
vlieger vlieger: /  vleeger (Stevensweert), windvogel: windjvoogel (Stevensweert) vlieger [SND (2006)] || vlieger (speeltuig) [SGV (1914)] III-3-2
vlier heulenteul: -  eulenteul (Stevensweert) vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)] III-4-3
vlierbes zwarte miemert: naam hier nooit horen noemen, wel t algemene zwarte miemerke  zwarte miemerke (Stevensweert) vrucht van de vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)] III-4-3