e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

Gevonden: 3124
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druk heen en weer lopen redderen: rèddere (Stevensweert) lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)] III-1-2
drukken drukken: hèl drökö (Stevensweert) Drukken: iets aan een wegende of stuwende kracht onderwerpen (drukken, prangelen, priegelen). [N 84 (1981)] III-1-2
drukte, gedoe gedoens: gedoons (Stevensweert) gedoente [SGV (1914)] III-1-4
dubbel sierhek stanketsel: stankɛtsǝl (Stevensweert) Dubbel sierhek dat toegang geeft tot een boerenhofstee of buitenplaats. [A 25, 5f; L 19B, 6] I-8
dubbele toegangspoort van een gesloten erf dubbelpoort: dø̜bǝlpōrt (Stevensweert), opvaart: ǫp˲vārt (Stevensweert) De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.] I-6
duif (alg.) duif: doef (Stevensweert) Duif [SGV (1914)] III-3-2
duif, algemeen duif: doef (Stevensweert) Duif [SGV (1914)] III-4-1
duim duim: doem (Stevensweert) duim [N 10 (1961)] III-1-1
duimeling duimeling: doemeling (Stevensweert) hoesje of deel van handschoen dat ter beschermin van een gekwetste vinger wordt geschoven en aan de pols wordt vastgemaakt [sluif, sleuf, duimeling] [N 23 (1964)] III-1-3
duin zandheuvel: zàntjheuvöl (Stevensweert) duin, heuvel van zand [zandklip, zandbult, blink] [N 81 (1980)] III-4-4