e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

Gevonden: 3124
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glijbaan roetsjbaan: /  rôtsjbaan (Stevensweert) glijbaan [SND (2006)] III-3-2
glijden slidderen: sliddere (Stevensweert), sliddörö (Stevensweert), uitlitsen: oetlitse (Stevensweert) glijden [SGV (1914)] || Glijden: zich langs en oppervlak gemakkelijk, met zeer weinig wrijving voortbewegen (glijden, slibberen, glissen, schuiven, slifferen, slipperen, schampen). [N 84 (1981)] III-1-2
glijden: uitglijden uitlitsen: oetlitse (Stevensweert) glijden [SGV (1914)] III-3-2
glimworm spekwormpje: spekwurmke (Stevensweert), spekwürmke (Stevensweert), vuurvliegje: vuurvleegske (Stevensweert), vuurwormpje: WLD  vūūrwurmkö (Stevensweert, ... ) glimworm [GV Gr (1935)], [SGV (1914)], [ZND 18G (1935)] || Het wijfje is vleugelloos, 12-18mm lang, bruinachtig van kleur, het halsschild is geel omrand. Het heeft vrij sterke lichtorganen op het einde van het achterlijf (glimworm, lichtmaaike, viermaai, gloeiige worm) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u een soort kever: het mannetje is gevleugeld. Het kan 11-16mm lang worden. Het is bruinachtig van kleur en is in staat een geelgroen licht uit te stralen met behulp van lichtorganen op het achterlijf (glimkever) [N 83 (1981)] III-4-2
gluiperd gluiperd: gluupert (Stevensweert) gluiper [SGV (1914)] III-1-4
gluiperig geniepig: geniepig (Stevensweert) gluiperig: hij is - [DC 16 (1948)] III-1-4
godslamp godslamp: godslamp (Stevensweert) De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)] III-3-3
goedkoop goedkoop: gooiekoup (Stevensweert) goedkoop [SGV (1914)] III-3-1
goedzak bluts: blöts (Stevensweert), sok: zök (Stevensweert) goedzak [SGV (1914)] III-1-4
golf golf: gŏlf (Stevensweert) golf, bolle verheffing op de waterspiegel, meestal veroorzaakt door de wind [baar, zwolp] [N 81 (1980)] III-4-4