e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevoort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leverworst leverworst: leeverwōəst (Stevoort), līə.vərwoͅ.st (Stevoort) leverworst [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)] III-2-3
libel en waterjuffer kleermaker: kliermaəkər (Stevoort) waterjuffer, libel [ZND 34 (1940)] III-4-2
liberaal blauwe, een -: ne blooë (Stevoort), liberaal: t is ne liberaël (Stevoort) Het is een liberaal. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lichaam lichaam: licham (Stevoort, ... ), #NAME?  licham (Stevoort), lijf: lejef (Stevoort), lijəf (Stevoort), lyəf (Stevoort) het lichaam [ZND 30 (1939)] || het lijf [ZND 30 (1939)] III-1-1
lichten (de molen) fijner zetten: fe̜jnǝr zɛtǝ (Stevoort), (de molen) losser zetten: lǫsǝr zɛtǝ (Stevoort), (de molen) vaster zetten: vastǝr zɛtǝ (Stevoort), (de steen) lichten: lixtǝ(n) (Stevoort), opeenzetten: ǫp˱ēnzɛtǝ (Stevoort) De molenstenen met behulp van de licht dichter bij elkaar of verder van elkaar brengen. Van een aantal opgaven is het onduidelijk of ze intransitief gebruikt worden dan wel een bepaalde term tot object hebben. Voor zover door de respondenten opgegeven, is in het woordtype het object tussen ronde haken vermeld. Het lemma is onderverdeeld in drie groepen. Het materiaal dat onder a) bijeen is geplaatst, bevat algemene benamingen voor lichten. In b) en c) zijn specifieke benamingen voor respectievelijk het verder uit elkaar brengen en het dichter bijeenbrengen van de molenstenen geplaatst. [N O, 23n; N O, 23o; Vds 107; Vds 108; Jan 140; Jan 149; Jan 150; Coe 121; Coe 122; Coe 123; Grof 143; Grof 144] II-3
lichtgeraakt, kregel krikkelachtig: ook materiaal znd 28, 49  kriekelechtig (Stevoort), lichtgeraakt: ook materiaal znd 28, 49  liecht gerakt (Stevoort) kregel [ZND 01 (1922)] III-1-4
lid van een vereniging lid: i lid v ’ne bond (Stevoort) Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lied, liedje lied: lied (Stevoort), liet (Stevoort), liedje: liedtje (Stevoort, ... ), lietje (Stevoort), liitsjə (Stevoort) Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] || liedje [RND] III-3-2
liegen liegen: liege (Stevoort, ... ) liegen [ZND 25 (1937)] III-3-1
lies lies: lies (Stevoort), liest: list (Stevoort) de lies (plooi van de dij) [ZND 30 (1939)] || Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c] I-12, III-1-1