31192 |
smidse |
smis(se):
smes (P058p Stevoort)
|
In het algemeen de werkplaats van een smid en meer in het bijzonder de plaats waar de smidsvuurhaard is ondergebracht. Zie ook afb. 1. [N 33, 5; S 33; JG 1a; JG 1b; monogr.]
II-11
|
31196 |
smidsgereedschap |
getuig:
gǝtø̜̄x (P058p Stevoort)
|
De algemene benaming voor al het gereedschap van de smid. [L 19A, 13; monogr.]
II-11
|
29118 |
snaar |
koord:
kōt (P058p Stevoort)
|
Elk der beide rolronde, zeer smalle koorden of banden of riemen die dienen om de beweging van het drijfwiel over te brengen op vleugel en klos. Volgens de informant van L 291 loopt de snaar dubbel over het vliegwiel en een grote of kleine schijf aan de vleugel. Hierdoor loopt de vleugel langzamer rond de klos, zodat het garen opgewonden wordt. [N 34, B2; N 34, B3]
II-7
|
32880 |
snede van het blad van de zeis |
waat:
wǭ.ǝt (P058p Stevoort)
|
De scherpe snijdende binnenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 4. Bedoeld is hier de algemene benaming voor de snijkant van de zeis. In sommige gebieden, met name in enkele dorpen tussen het waat-gebied (in het noorden van Belgisch Limburg) en het snede-gebied (in het zuiden ervan) wordt onderscheid gemaakt tussen de eigenlijke snede en het haarpad: de smalle rand die bij het haren op het zeisblad wordt geslagen en waarvan de snede het uiteinde vormt. Zie voor deze laatste het volgende lemma: ''haardpad''. Wanneer er meer dan één variant voor een plaats was opgegeven, is bij voorkeur het materiaal van de mondelinge enquêtes in gebracht.' [N 18, 68d; JG 1a, 1b, 2c; add. uit N 17, 100; monogr.]
I-3
|
25191 |
sneeuwx |
sneeuw:
snaow (P058p Stevoort)
|
sneeuw [RND]
III-4-4
|
21237 |
sneltrein |
expres (<fr.):
innen expres (P058p Stevoort)
|
Sneltrein. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
17590 |
snuit |
snuit:
snő̜̄ǝ.t (P058p Stevoort)
|
Zie afbeelding 2.6. [JG 1a, 1b]
I-9
|
18196 |
sok |
sok:
zok (P058p Stevoort)
|
Sok, een paar sokken. Bedoeld wordt de korte kous, tot halverwege het been door mannen en door kinderen gedragen (fr. chausette) [ZND 48 (1954)]
III-1-3
|
21287 |
soldaat |
soldaat:
suldo.ət (P058p Stevoort)
|
soldaat [RND]
III-3-1
|
21289 |
soldaten |
soldaten:
de soldate moete salueere (P058p Stevoort),
suldo:ətə (P058p Stevoort)
|
De soldaten moeten groeten (met de hand aan de muts) [ZND 32 (1939)] || soldaten [RND]
III-3-1
|