| 30735 |
verflaag |
laag verf:
lǭx ˲vɛrǝf (P058p Stevoort)
|
Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.]
II-9
|
| 17924 |
verfrommelen |
verfrommelen:
verfrommele (P058p Stevoort)
|
(papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
| 18002 |
verkleumd |
stijf:
stijf (P058p Stevoort),
verkleumd:
verkleumd (P058p Stevoort),
versteven:
versteve (P058p Stevoort)
|
hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
| 18074 |
verkouden |
verkoud:
ich ben verkaajt (P058p Stevoort),
ich ben verkaat (P058p Stevoort)
|
ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)]
III-1-2
|
| 18080 |
verkoudheid |
kou:
djie zult ne kaa pakke (P058p Stevoort),
ich heb inne kaa op mən bōst (P058p Stevoort)
|
ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)]
III-1-2
|
| 18226 |
versleten |
versleten:
versleete (P058p Stevoort),
verslete (P058p Stevoort)
|
verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)]
III-1-3
|
| 26346 |
versterkte zijwand, dijk |
zijwand:
zęǝwānt (P058p Stevoort)
|
Dijk vōōr de sluizen, meestal aan die kant van de beek waar de bewoners van de molen het meest komen. De dijk bestaat uit planken die tegen rechtstaande spijlen bevestigd zijn of is een versteviging uit aarde of beton en loopt gewoonlijk vier of vijf meter verder stroomopwaarts dan de vloer. Zie ook afb. 67. [Vds 31; Jan 29; Grof 35]
II-3
|
| 34235 |
verstopte speen |
lamme deem:
laǝm døm (P058p Stevoort)
|
Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a]
I-11
|
| 26384 |
verval |
val:
val (P058p Stevoort)
|
Het verschil in hoogte tussen het bovenwater en het onderwater. Volgens Coenen (pag. 39) bedroeg het verval gewoonlijk 1,5 meter. [Vds 24; Jan 89; Coe 41; Grof 73]
II-3
|
| 18277 |
vest |
kamizool (<fr.):
Fr. gilet
kaməzōōl (P058p Stevoort),
kieltje:
gebreid
kílke (P058p Stevoort)
|
vest (fr. gilet) [ZND 16 (1934)]
III-1-3
|