e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevoort

Overzicht

Gevonden: 1951
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drijftol konkerel: konkerel (Stevoort), koͅəŋkərɛl (Stevoort) Drijftol (speeltuig door middel van een zweep door kinderen gedreven). [ZND 16 (1934)] III-3-2
drijfwiel rad: rǭǝt (Stevoort) Het grote ronddraaiende deel of wiel van het spinnewiel dat wordt aangedreven door middel van de trede en koppelstang en dat door middel van snaar en trendel zorgt voor het draaien van de vleugel en de klos. [N 34, B6] II-7
dringen dringelen: drungele (Stevoort) niet dringen ! [ZND 33 (1940)] III-1-2
drinkglas glas: glōəs (Stevoort), glōͅə.s (Stevoort), pint: pi.nt (Stevoort) drinkglas [RND] || glas [ZND 35 (1941)] III-2-1
droesem zaksel: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m (fles)  zaksel (Stevoort) droesem [ZND 23 (1937)] III-2-3
droog weer droog: drŭŭch (Stevoort) droog [RND] III-4-4
droogstaan droogstaan: (de koe) sti dryx (Stevoort), (de koe) stī drȳx (Stevoort) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
droogte droogte: drūgde (Stevoort) droogte [ZND 33 (1940)] III-4-4
druiventros druiventros: drouventros (Stevoort, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 33 (1940)] I-7
druppel drup: dreup (Stevoort, ... ), drop (Stevoort, ... ) druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4