19330 |
dwarsdrijven |
een stek in het rad steken:
inne stek in t rōət steeke (P058p Stevoort),
terwarsdrijven:
terwjāəsdrijəve (P058p Stevoort),
vregelen:
vreegele (P058p Stevoort)
|
Hij moet altijd dwarsdrijven (anders willen zijn dan anderen). [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
19345 |
dwarsdrijver |
terwarshout:
(-hout).
wa n terwjāəshōət (P058p Stevoort)
|
Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
19504 |
dweil |
uitneemvod:
sic
otmenvot (P058p Stevoort)
|
Hoe heet de doek uit grof linnen waarmee vocht van de vloer wordt opgenomen ? [ZND 48 (1954)]
III-2-1
|
21313 |
eed |
eed:
ied (P058p Stevoort),
iet (P058p Stevoort)
|
eed [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
20505 |
een borrel drinken |
een bak drinken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
inne bak dreinke (P058p Stevoort),
een borrel drinken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
inne borrel dreenke (P058p Stevoort),
ən borrel dreenke (P058p Stevoort),
een drup drinken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
ən drəp dreenke (P058p Stevoort),
naar het kindje gaan zien:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
no ’t kientje gōn ziejen (P058p Stevoort)
|
druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)]
III-2-3
|
20941 |
een boterham smeren |
een boterham bereiden:
ənə boi̯təram brēə (P058p Stevoort),
een snee bereiden:
ən snej brēə (P058p Stevoort)
|
smeren [RND]
III-2-3
|
22484 |
een cadeau geven |
cadeau (fr.) geven:
inne kadoo geeve (P058p Stevoort)
|
Iemand besteken (ter gelegenheid van zijn naamfeest). [ZND 33 (1940)]
III-3-2
|
34532 |
een ei |
ei:
ē (P058p Stevoort),
ē. (P058p Stevoort),
ēi̯ (P058p Stevoort),
ēi̯ǝ (P058p Stevoort),
eitje:
ēkǝ (P058p Stevoort)
|
[L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.]
I-12
|
19855 |
een huis huren |
huren:
hy(3)̄rə (P058p Stevoort)
|
een huis huren [ZND 27 (1938)]
III-2-1
|
22780 |
een kring op de grond trekken |
een ring op de grond maken:
innen reenk obbe gront maəke (P058p Stevoort),
een ring op de grond trekken:
n’en reenk op de gront trekke (P058p Stevoort)
|
Een kring op de grond trekken. [ZND 29 (1938)]
III-3-2
|