22441 |
gemaskerd persoon |
verklede:
verkliede (P058p Stevoort)
|
Hoe heet: een gemaskerd persoon? [ZND 31 (1939)]
III-3-2
|
18945 |
gemeen |
gemeen:
ook materiaal znd 23, 79
gemeeən (P058p Stevoort),
gemien (P058p Stevoort),
schandalig:
ook materiaal znd 23, 79
schantāglich (P058p Stevoort)
|
gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21465 |
gemeente |
gemeente:
gəmeentə (P058p Stevoort)
|
gemeente [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
21494 |
gemeentehuis |
gemeentehuis:
gemeentenhouəs (P058p Stevoort)
|
gemeentehuis [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
winning:
weneŋ (P058p Stevoort)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
20408 |
gepensioneerd (zijn) |
gepensioneerd:
znd 35, 65
gepensioneert (P058p Stevoort)
|
gepensioneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)]
III-2-2
|
34057 |
geprimeerde stier |
geprimeerde stier:
gǝpremērdǝ sti.r (P058p Stevoort)
|
Stier die prijzen en andere bekroningen heeft behaald. [JG 1a, 1b]
I-11
|
19091 |
gerieflijk |
gerieflijk:
e geriefelijk houəs (P058p Stevoort)
|
Gerieflijk huis. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
32979 |
gerst |
gerst:
gā.st (P058p Stevoort)
|
Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.]
I-4
|
21100 |
gerstebier |
gerstebier:
gaastebiër (P058p Stevoort)
|
gerstenbier [ZND 24 (1937)]
III-2-3
|