e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevoort

Overzicht

Gevonden: 1951
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jurk kleed: i(e) bloow kliet (Stevoort) blauw kleed [ZND 32 (1939)] III-1-3
jus, vleesnat vleesnat: vliesnoët (Stevoort) vleesnat, jus [ZND 36 (1941)] III-2-3
kaal duivenjong kwakkenjong: kwakəjoŋ (Stevoort) Kaal duivejong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
kaam kaam/kamen: kōmǝ (Stevoort) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaantjes kanen: ky(3)̄ə (Stevoort) kanen [Goossens 1b (1960)] III-2-3
kaar tremel: trēmǝl (Stevoort) Trechtervormige bak boven de bovenste molensteen waarin het te malen graan wordt gestort. Zie ook afb. 78. [N O, 19i; N O, 41a; A 42A, 37; N D, 11; Sche 51; Vds 148; Jan 155; Coe 136; Grof 157; monogr.] II-3
kaars kaars: kas (Stevoort) kaars [RND] III-2-1
kaarsendomper kaarsendomper: kasəndumpər (Stevoort) kaarsendomper, d.i. het metalen horentje waarmee de kaars uitgedoofd werd? [ZND 36 (1941)] III-2-1
kaarten (ww.) kaarten: koͅ:tə (Stevoort) kaarten [RND] III-3-2
kaas kaas: kīē-is (Stevoort) kaas [RND] III-2-3