e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Steyl

Overzicht

Gevonden: 1725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oever kant: kank (Steyl), kantj (Steyl), oever: oover (Steyl), wal: (lange a-).  wál (Steyl) oever [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)] III-4-4
ogenblikje, korte tijd, eventjes ogenblik: augeblik (Steyl) ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
okkernoot noot: neut (Steyl), noot (Steyl), -  noot (Steyl) noot (vrucht) [SGV (1914)] || noten (mv.) [SGV (1914)] || okkernoot, vrucht van [DC 17 (1949)] I-7
olie olie: aolie (Steyl), oalie (Steyl) olie [SGV (1914)] || olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] III-2-3
olieverf olieverf: ǭli[verf] (Steyl) Verf waarvan het bindmiddel bestaat uit een drogende olie als lijnolie of papaverolie. Olieverf wordt bereid door verfstof met een tempermes op een wrijfsteen in de olie te wrijven of door olie en verfstof na menging te malen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [S 26; N 67, 23b; monogr.; div.] II-9
omheining hek: hèk (Steyl) hek [SGV (1914)] III-2-1
omheining van ijzeren spijlen stanketsel: stankɛtsǝl (Steyl) Omheining van ijzeren spijlen of staven. [A 25, 4e] I-8
omheining van opstaande latjes tuin: tūn (Steyl) Omheining getimmerd van opstaande latjes, meestal rond een tuin of hof. [A 25, 4d; monogr.] I-8
omheining van palen tuin: tūn (Steyl) Omheining van palen, verbonden door enkele latten of ruwe planken. [A 25, 4c; monogr.] I-8
omhelzen omhelzen: ömhelze (Steyl) omhelzen [SGV (1914)] III-1-2