e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Steyl

Overzicht

Gevonden: 1725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onkruid, algemeen onkruid: onkrūt (Steyl) De verzamelnaam van in het wild groeiende planten, tussen de cultuurgewassen; ze belemmeren de cultuurgewassen in hun groei en de boer zal ze dan ook bestrijden. Naar aanleiding van de opgave nuttigheid in L 387 merkt de zegsman op: "Nut is hier ɛvuil, viesɛ"; waarschijnlijker dan deze volksetymologie is echter dat het voorvoegsel on- hier is uitgevallen. Puinen, puimen is eigenlijk de soortnaam van een afzonderlijke plant (zie het lemma Kweek) maar hier uitdrukkelijk opgegeven als de algemene benaming voor alle soorten onkruid. Hetzelfde geldt voor de opgaven reutsel (zie het lemma Perzikkruid). De varianten op -ds zoals vuiligheids vertonen pseudo-klankverschuiving. [N 11, 70a en 80a; N 11A, 172d; N 14, 123 en 124; N 17, 11; N P, 15b en 16b; JG 1a, 1b; A 17, 11; A 26, 9; A 28, 10; A 30, 2; A 39, 1b; A 43, 13; L 2, 18; S 26; Wi 6; monogr.] I-5
onnozel persoon uilskuiken: uulskuke (Steyl) uilskuiken [SGV (1914)] III-1-4
onnozele-kinderendag onnozele-kinderen: onneuzele kinger (Steyl), (geen scherpe g).  onnozele kinger (Steyl) Onnozole kinderen [allerkindere]. [N 06 (1960)] III-3-2
onpaar omp: ŏmp (Steyl) onpaar [SGV (1914)] III-3-2
onrijp groen: greun (Steyl), greun fruit (Steyl) fruit [onrijp ~ eten] [SGV (1914)] || Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] III-2-3
onrijp, onvolgroeid groen: greun (Steyl, ... ) Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] || onrijp [SGV (1914)] I-7
ontbijt morgenseten: mörgesèten (Steyl) namen en uren van de dagelijkse maaltijden 7 à 8 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
onweersbui donderbui: donderbuj (Steyl), hommelschoer: hommelsjoor (Steyl), hŏmmelsjoer (Steyl) donderbui [SGV (1914)] || onweersbui [SGV (1914)] III-4-4
oog oog: aug (Steyl, ... ), oug (Steyl, ... ) oog [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
oogst -opbrengst oogst: [oogst] (Steyl) Oogst in de betekenis van "een goede oogst" of "de oogst staat er goed voor"; het tweede deel van deze laatste uitdrukking is ondergebracht in het volgende lemma. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen [oogst], [bouw] en [bouwt], zie het lemma ''oogst -werkzaamheden'' (4.1.2); de in dit lemma gedocumenteerde varianten van oogst komen daar ofwel in het geheel niet voor, ofwel (soms) als een wezenlijk andere variant. [N 15, 11; L 5, 29; L 39, 39; S 27; monogr.; add. uit N 15, 10 en12] I-4