e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Steyl

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stofblik blik: bleek (Steyl), bleek met hankvèger (Steyl), blek (Steyl), blēk (Steyl) blik (van stoffer en ~) [SGV (1914)] || stofblik [DC 15 (1947)] || stoffer en blik samen [DC 15 (1947)] III-2-1
stokvis gedroogde vis: gedrūūgde vis (Steyl), gezouten vis: gezāāte vis (Steyl) bolling; Hoe noemt U: Gezouten en gedroogde vis (bolling) [N 80 (1980)] III-2-3
stollen stollen: sjtŏlle (Steyl) stollen [SGV (1914)] III-4-4
stolp stolp: sjtölp (Steyl) stolp [SGV (1914)] III-2-1
stomverbaasd verstomd: versjtŏmd (Steyl) verstomd [SGV (1914)] III-1-4
stoof, voetenwarmer stoof: sjtoof (Steyl) stoof [SGV (1914)] III-2-1
stoomboot stoomboot: sjtoumbōēt (Steyl) stoomboot [SGV (1914)] III-3-1
stootring as: as (Steyl) Verdikking van de as tussen de asarm en het asblok waardoor het wiel op een veilige afstand van het asblok gehouden wordt. De stootring kan met de as worden meegegoten maar er ook als een los element om bevestigd zijn. [N 17, 52 + 54 + add; N 18, 98d + 99; N G, 49a, 53f; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2b; L 20, 20a; L 39, 21 + 22; A 4, 20a; Wi 15; monogr.] I-13
stop voor fles of kruik stop: sjtŏp (Steyl) stop [SGV (1914)] III-2-1
stoppelland stoppelveld: stǫpǝl˲vęlt (Steyl) Het akkerland waarop stoppels staan; zie het vorige lemma ''stoppels'' (5.2.8). Voor de fonetische documentatie van het woord stoppelen, zie ook het lemma ''stoppels'' (5.2.8). [N 15, 51; add. uit N 6, 7; monogr.] I-4