| 23320 |
gelooven |
geloven:
geluiven (L296p Steyl)
|
gelooven [SGV (1914)]
III-3-3
|
| 19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
gemekkelijk (L296p Steyl),
gemekkelik (L296p Steyl),
gemĕkkelik (L296p Steyl),
op zijn gemak:
op zien gemaak (L296p Steyl, ...
L296p Steyl)
|
gemakkelijk [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)]
III-1-4
|
| 24850 |
gemalen schors |
looi:
#NAME?
lŏĕwe (L296p Steyl)
|
Gemalen schors (looi). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 18945 |
gemeen |
gemeen:
gemein (L296p Steyl)
|
gemeen [SGV (1914)]
III-1-4
|
| 21465 |
gemeente |
gemeente:
gemeinte (L296p Steyl)
|
gemeente [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
boerderij:
[boerderij] (L296p Steyl)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
| 17560 |
geraamte |
geraamte:
gerêmte (L296p Steyl)
|
geraamte, skelet [SGV (1914)]
III-1-1
|
| 18939 |
gereed |
klaar:
klaor (L296p Steyl),
kloar (L296p Steyl)
|
gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar [SGV (1914)]
III-1-4
|
| 29055 |
geren |
geren:
gīrǝ (L296p Steyl)
|
Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10]
II-7
|
| 20583 |
gerookte paling |
gerookte paling:
geruikte paoling (L296p Steyl)
|
panpaling; Hoe noemt U: Een gerookte panpaling [N 80 (1980)]
III-2-3
|