e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L423p plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huwelijksmis bruidsmis: broedsmes (Stokkem), trouwmis: trauwmes (Stokkem) De huwelijksmis, bruidsmis [broedsmaes]. [N 96D (1989)] III-3-3
iemand luidruchtig berispen opspelen: də mudər gɛid opspiɛlə (Stokkem), schandalen: den mem zal schandalen (Stokkem), sjendaale (Stokkem) berispen; kijven || moeder zal kijven ! (in het oosten komt nog een oud woord tagge voor) [ZND 41 (1943)] III-1-4
iemands overlijden aanzeggen ter lijk bidden: ter liek beije (Stokkem) ter begrafenis noden, "ter lijk noden"[tser liech róffe] [N 96D (1989)] III-2-2
iep olmenboom: oləməbaum (Stokkem) olm [ZND m] III-4-3
ijken ijken: də gəwechtə ijkə (Stokkem) De gewichten ijken"(de gewichten van de winkeliers nazien of ze nog juist zijn). [ZND 36 (1941)] III-3-1
ijs (alg.) ijs: ī.s (Stokkem) ijs III-4-4
ijsbaan keibaan: keijbaan (Stokkem, ... ) Glijbaan. || Kinderen maken op de sneeuw of het ijs wel een gladde baan, door er telkens en achter elkaar overheen te glijden. Hoe noemt men deze baan in uw dialect? [DC 44 (1969)] III-3-2
ijsheiligen ijsheiligen: ieseilige (Stokkem) 12-14 mei, de ijsheiligen [ieshillieje]. [N 96C (1989)] III-3-3
ijsmuts bivakmuts: bivakmøͅts (Stokkem) ijsmuts [N 25 (1964)] III-1-3
ijspegel ijskegel: ieskeigel (m.)  iəskēͅigəls (mv.) (Stokkem), ijskegeltje: īzkeigelke (Stokkem), ijspiel: ieëspeel (Stokkem), iespeel (m.)  ispel (mv.) (Stokkem) ijskegel [ZND 36 (1941)] || ijskegel, ijspegel || ijspegels aan het dak of aan de vensterbanken [ijskeekels, -pinnen, -kikkels, kakels] [N 22 (1963)] III-4-4