e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L423p plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loodgieterij werkhuis: werkǝs (Stokkem) Werkplaats van een loodgieter. [N 64, 162c; monogr.] II-11
loodgietersmes knijp: knip (Stokkem) Al dan niet inklapbaar mes met gebogen blad dat door de loodgieter wordt gebruikt om er lood mee te snijden. Het heft is doorgaans van hout, volgens Tabak (pag. 122) ook van leer. Zie ook afb. 246. [N 64, 5] II-11
loodklopper bat: bat (Stokkem), klopper: klo̜pǝr (Stokkem) Houten werktuig waarmee men bladlood of zink in de gewenste vorm kan kloppen. Zie ook afb. 249. [N 64, 41b; N 66, 25; monogr.] II-11
loodpan, gietlepel loodlepel: lūtlēpǝl (Stokkem), tinlepel: tinlēpǝl (Stokkem) Soort pan of grote scheplepel met schenklip waarin soldeersel of lood gesmolten kan worden. Zie ook afb. 190a. De gietlepel is doorgaans een kleinere uitvoering van de loodpan. Hij wordt gebruikt om lood of soldeersel af te scheppen en te gieten. Vgl. afb. 190b-c. [N 33, 197; N 33, 310-311; N 64, 18a-b] II-11
loodvergiftiging loodziekte: lǭt˲zēktǝ (Stokkem) Beroepsziekte die vooral voorkomt bij mensen die veel met lood of loodhoudende stoffen werken. Zie ook het lemma "loodvergiftiging" in Wld II.9, pag. 186. "Een karakteristiek symptoom der loodvergiftiging is blauw worden van het tandvleesch; er vormt zich een blauwige zoom langs de bruin of zwart geworden tanden. Allerlei storingen van het zenuwstelstel zijn bij heviger aanvallen het gevolg; dikwijls treedt de z.g. loodkoliek op, die vooral ʔs nachts zeer pijnlijk is. In allerlei zenuwcentra kunnen verlammingen optreden, vooral in de strekspieren der armen" (Zwiers II, pag. 37). [N 64, 166] II-11
loof van de bieten afplukken afbladen: āfblāi̯ǝ (Stokkem) Als de bieten uit de grond getrokken zijn, worden ze op rijen gelegd en worden de bladeren van de knollen afgesneden of afgeplukt. Bij mechanisch rooien gebeurt het wel dat het loof wordt afgesneden als de bieten nog in de grond staan. [N 12, 48; monogr.] I-5
loon daghuur: ps. omgespeld volgens Frings.  dāg"r (Stokkem), quinzime (fr.): ps. omgespeld volgens Frings.  kəzeͅm (Stokkem), traktement: ps. omgespeld volgens Frings.  traktəmeͅnt (Stokkem) loon, wat men verdient [N 21 (1963)] III-3-1
loops loops: luips (Stokkem), lø͂ͅu̯pš (Stokkem) loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)] III-2-1
loot, nieuw uitgelopen twijgje loot: loat (Stokkem) loot III-4-3
lopen lopen: laupen (Stokkem), laupə (Stokkem, ... ), lǫu̯.pǝ (Stokkem) lopen [ZND m], [ZND m] || lopen: Hebt ge Klaas zien lopen ? [ZND 44 (1946)] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82] I-9, III-1-2