e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L423p plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijke eend wenderik: wèèndrik (Stokkem), wēǝndǝrek (Stokkem), wē̜ndrek (Stokkem) [GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.]woerd, mannetjeseend I-12, III-4-1
mannelijke geit bok: bok (Stokkem), buq (Stokkem), geitenbok: gęi̯.tǝbok (Stokkem) [N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
mannelijke hond, reu rekel: r‧ēͅkəl (Stokkem) reu [Goossens 1b (1960)] III-2-1
mannelijke kat, kater kater: kātər (Stokkem) kater [Goossens 1b (1960)] III-2-1
mannenkant mansluikant: mansluikant (Stokkem) De linkerhelft van de kerk, het gedeelte links van het middenpad, dat bestemd was voor de mannen [evangeliekant, mannenkant, mansluikant, kerelskant?]. [N 96A (1989)] III-3-3
mannenkleren manskleren: ma.nskleͅijər (Stokkem), manskleijer (Stokkem) mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)] || Mannenkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenondergoed mansondergoed: mansongergood (Stokkem) Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenonderhemd lijfje: lejfkə (Stokkem), manslijfje: mansleifke (Stokkem) onderhemd voor mannen [N 25 (1964)] || Onderhemd voor mannen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van mannen? [DC 62 (1987)] III-1-3
mansklomp mansklomp: mansklomp (Stokkem) De grootste maat klompen met een binnenlengte vanaf 27 centimeter. Zie ook afb. 258. [N 97, 135; Bakeman 8] II-12
mantelpak mantelkostuumpje: (mantəl)kəstymkə (Stokkem) mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)] III-1-3