e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L423p plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rozenkransgebed drie rozenkrans: dri-j roezekrens (Stokkem) Het Rozenkransgebed (hierbij gaat men 3 maal het bidsnoer langs) . [N 96B (1989)] III-3-3
rozenkransmaand rozenkransmaand: roezekransmaond (Stokkem) De Rozenkransmaand (d.w.z. oktober). [N 96B (1989)] III-3-3
rozijnenbrood knuist (?): knous (Stokkem) rozijnenbroodje III-2-3
rug rug: rø̜k (Stokkem), røͅk (Stokkem) rug [ZND m] || Zie afbeelding 2.29. [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9, III-1-1
rug van het blad van de zeis rug: rø̜k (Stokkem) De opstaande stevige rand aan de buitenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 5. [N 18, 68e; JG 1a, 1b] I-3
rugnet vliegennet: [vliegennet] (Stokkem) Vliegennet dat over de rug van het paard wordt gehangen. Een groot aantal opgaven zijn benamingen voor het vliegennet in het algemeen. Zie voor de fonetische documentatie het lemma Vliegennet [JG 1a; N 13, 83c] I-10
rugriem riem: rēm (Stokkem) Riem die een paard dat niet tussen berries is ingespannen op de rug draagt om de strengen op te houden. De rugriem wordt ook gebruikt bij het voorste van twee ingespannen paarden. [JG 1b, 1c, 1d; N 13, 69] I-10
ruien ruizelen: ruuzele (Stokkem) ruien III-4-1
ruiken ruiken: ruke(n) (Stokkem) ruiken [DC 53 (1978)] III-1-1
ruilen (als spel) tuisen: toeësje (Stokkem), tŭšə (Stokkem), wilverinsstušə (Stokkem) Ruilen. || Tuischen. [ZND m] || Willen we eens ruilen? [ZND 42 (1943)] III-3-2