| 24971 |
ergens, hier of daar |
ergens:
örges (L423p Stokkem)
|
ergens, hier of daar
III-4-4
|
| 33278 |
erwt, algemeen |
erwt:
ɛrt (L423p Stokkem)
|
Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24]
I-5
|
| 24529 |
es |
es:
es (L423p Stokkem),
eͅs (L423p Stokkem)
|
es (boom) [ZND m]
III-4-3
|
| 24729 |
esdoorn |
es:
-
es (L423p Stokkem)
|
gewone esdoorn [ZND 34 (1940)]
III-4-3
|
| 20855 |
eten (ww.) |
eten:
aeten (L423p Stokkem),
éétə (L423p Stokkem)
|
eten [RND], [Willems (1885)]
III-2-3
|
| 19519 |
etensketeltje |
henkelding:
heŋkəpeŋk (L423p Stokkem),
henkeman:
eͅŋkəman (L423p Stokkem)
|
draagsel voor eten || tweelingpannetje (voor soep en aardappelen) om eten naar arbeiders in het veld te brengen (hinkelman) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 20719 |
etensresten |
rammenanten:
rammenante (L423p Stokkem)
|
etensresten
III-2-3
|
| 18047 |
etter |
materie:
mataeirie (L423p Stokkem),
mətēri: (L423p Stokkem)
|
Hoe noemt men het geelachtige of gronachtige vocht, dat uit een zweer komt (Nederl. etter, pus) ? [ZND 49 (1958)]
III-1-2
|
| 23610 |
evangelie |
evangelie:
evangelie (L423p Stokkem)
|
De tweede lezing, het evangelie [t evangillie, evangjillióm?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 32843 |
evenaar, tweespanszwenghout |
warshout:
wē.rs(h)ǫu̯.t (L423p Stokkem)
|
De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.]
I-2
|