e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L423p plaats=Stokkem

Overzicht

Gevonden: 4071
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
feestdag van sint-servatius sint-servaas: sint servaos (Stokkem) 13 mei, de H. Servatius [Sintervaos]. [N 96C (1989)] III-3-3
feestdag van sint-valentijn liefjesdag: levekesdaag (Stokkem), valentijn: valentijn (Stokkem) 14 februari, H. Valentijn. [N 96C (1989)] III-3-3
feestpredicatie feestpreek: fīəsprɛ̄k (Stokkem) Een feestpredikatie. [N 96B (1989)] III-3-3
fiets fiets: fets (Stokkem), fits (Stokkem) fiets [ZND 44 (1946)] || Wat is de dialectbenaming voor een rijwiel in het algemeen [N 99 (1991)] III-3-1
fijn vlechtwerk fantasiewerk: fantasiwęrǝk (Stokkem), fijn werk: fīn węrǝk (Stokkem) Zeer fijn vlechtwerk. In Stokkem (L 423) werd onder meer het volgende fijne vlechtwerk vervaardigd: poppenwagentjes, papier- en naaimandjes en kleine meubelstukken. [N 40, 114] II-12
fijnmes opsnijmes: opsnimɛs (Stokkem) Klompenmakersmes waarmee de buitenzijde van de klomp glad wordt afgewerkt. Het fijnmes lijkt op het paalmes, maar heeft een smaller blad. Net als het paalmes is ook het fijnmes aan één kant van een handvat voorzien en aan de andere kant van een haak. Met die haak kan het mes scharnierend aan een kram worden verbonden, die op het snijpaardje is vastgemaakt. [N 97, 102; Bakeman 9] II-12
filterpunt puntstuk: pøntstøk (Stokkem) Puntig stuk metaal dat bij het heien aan het uiteinde van het zuigleidingfilter wordt geschroefd. Op deze wijze kan het filter gemakkelijker in de bodem worden gedreven. Zie ook afb. 244f. [N 66, 49v] II-11
fitting koppeling: kǫpǝleŋ (Stokkem) In het algemeen een hulpstuk met schroefdraad, dat dient om twee pijpstukken met elkaar te verbinden. [N 64, 117a] II-11
flambouw flambouw (<fr.): flambauw (Stokkem), lantaarn (<fr.): lantère (Stokkem) Een lantaarn met daarin een brandende kaars die tijdens de processie naast het Allerheiligste werd meegedragen, flambouw. [N 96C (1989)] III-3-3
flank zijden: ze.i̯ǝ (Stokkem) Zijkanten van de buik tussen de achterste ribben en de heup. De flanken dienen kort, gesloten en gevuld te zijn. Zie afbeelding 2.32. [JG 1a, 1b; N 8, 12 en 32.10] I-9