e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kop kop: kop (Stokkem), kǫp (Stokkem) [JG 1a, 1b] [N 76, 11; monogr.] I-12, I-9
kop van de schoof kop: kop (Stokkem) De bovenkant van de schoof, daar waar zich de aren bevinden. Zie afbeelding 7. [N 15, 21b; JG 1b] I-4
kopdorser ordinair dorsmachine: ǫrdǝnē̜r dērsmǝšeŋ (Stokkem) Bij deze vroege gemotoriseerde dorsmachine werden de schoven met de aren (de kop van de schoof) naar voren in de machine geschoven. Het eigenlijke dorsen gebeurde in een trommel met ijzeren pinnen of tanden die doet denken aan een hekel. Zie afbeelding 12. [N 14, 6a; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
koper geelkoper: gē̜l kōǝpǝr (Stokkem), koper: kōǝpǝr (Stokkem), messing: mɛseŋ (Stokkem), roodkoper: kōǝpǝr (Stokkem), rut (Stokkem) In zuivere toestand een roodachtig-bruin metaal, zeer rekbaar en weker dan smeedijzer. Geelkoper of messing is een legering van koper met ca. 30 tot 40% zink en meestal een weinig tin. [N 66, 58a-b; monogr.] II-11
kopermerk kopermerk: kōpǝrmęrǝk (Stokkem) Slagstempel waarop het merk van de koperslager is aangebracht. Vaak zijn dit zijn initialen die op een bepaalde manier gerangschikt zijn. [N 66, 38a] II-11
koperslaan koperslaan: kōpǝrslǭn (Stokkem) Het vak van koperslager uitoefenen. Zie ook het lemma ɛkoperslagerɛ.' [N 66, 59] II-11
koperslager koperslager: kōǝpǝrslē̜gǝr (Stokkem) Ambachtsman die koperen voorwerpen vervaardigt voor huishoudelijk gebruik. Zie ook de paragraaf over de koperslager. Het woord ɛpompenmakerɛ werd in Venray (L 210) en omstreken ook gebruikt voor een loodgieter. Vgl. het lemma "loodgieter".' [N 66, 54a; L 34, 17a-b; Wi 2 add.; monogr.] II-11
koperslagerij koperslagerij: kōǝpǝrslē̜gǝręj (Stokkem) Werkplaats van een koperslager. [N 66, 54d; monogr.] II-11
koperslagersknecht koperslagersgast: kōǝpǝrslē̜gǝrs˲gas (Stokkem) [N 66, 54f] II-11
kopje jatte (fr.): zjat (Stokkem, ... ), žat (Stokkem), jatte-tje: zjetjə (Stokkem) kopje || kopje, tas [ZND 28 (1938)], [ZND 45 (1946)], [ZND 45 (1946)] III-2-1