17758 |
mond |
mond:
mûnd (L423p Stokkem)
|
mond [RND]
III-1-1
|
17759 |
mond (spotnamen) |
muil:
mul (L423p Stokkem)
|
muil [ZND m]
III-1-1
|
34207 |
mond- en klauwzeer |
muilziekte:
mulzēktǝ (L423p Stokkem),
mulzēqdǝ (L423p Stokkem),
pootziekte:
putzēktǝ (L423p Stokkem)
|
Een zeer besmettelijke ziekte, veroorzaakt dor een virus. De eerste verschijnselen zijn stijfheid, vermindering in de melk, hoge koorts, sterke speekselafscheiding. Daarna ontstaan er blaren op het slijmvlies van de mond en de tong, aan de spenen en tussen de klauwen. Ook inwendig kunnen blaren voorkomen. De grootste schade wordt veroorzaakt door allerlei bij- en naziekten zoals verwerpen bij drachtige dieren, zeer ernstige uierontstekingen, langdurige kreupelheden, klauwontstekingen en misvormingen van de klauwen, uitgebreide etteringen en longaandoeningen (Berns 1983, blz. 181). Zie ook het lemma ''mond- en klauwzeer'' in wbd I.3, blz. 484-486. De gegevens van A 48A, 21 zijn verwerkt in de aflevering over het kleinvee (wld I.12) in het lemma ''mond- en klauwzeer'' (1.1.7). [N 3A, 80a; monogr.] || Ziekte waarbij de mond en de klauwen van de varkens zijn aangetast; de dieren weigeren alle voedsel. Het is een besmettelijke ziekte. [N 76, 53; A 48a, 21; monogr.]
I-11, I-12
|
22681 |
mondstuk |
embouchure (fr.):
ambesjuur (L423p Stokkem),
mondstuk:
mondstuk (L423p Stokkem)
|
Hoe heet het mondstuk van een muziekinstrument; zet het bepalend lidwoord er voor, zodat het geslacht duidelijk wordt. [ZND 39 (1942)] || Mondstuk van blaasinstrument.
III-3-2
|
23222 |
monnik |
pater (lat.):
pater (L423p Stokkem)
|
Een monnik [munnik]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23499 |
moordkruis |
moordkruis:
maordkruus (L423p Stokkem)
|
Een veldkruis opgericht op de plaats waar iemand vermoord werd [mòòrd-kruus, zoenkruis?] . [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19356 |
mopperen |
grauwelen:
grauwele (L423p Stokkem)
|
grommelen
III-1-4
|
23224 |
morgengebed |
morgengebed:
mörgegebed (L423p Stokkem)
|
Het morgengebed, morgensgebed [merge-gebed, mergensgebed, mörge-gebed, mörreje-jebed?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20923 |
mossel |
mossel:
mosjele (L423p Stokkem),
mossel (L423p Stokkem)
|
mossel [Willems (1885)] || mosselen
III-2-3
|
24355 |
mot |
mot:
mot (L423p Stokkem)
|
mot [Willems (1885)]
III-4-2
|