e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ponder ponder: punjer, wegen van zakken e.d  pønjər (Stokkem) Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
pook stovenijzer: stōͅvənīzər (Stokkem) pook III-2-1
poort poort: pō.rt (Stokkem), pūǝ.rt (Stokkem) Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s] I-6
poot poot: put (Stokkem), puǝt (Stokkem  [(mv pyǝt)]  ), pūǝt (Stokkem) [N 76, 12]Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b] I-11, I-12, I-9
pootgoed, pootaardappelen pootaardappelen: pōt[aardappelen] (Stokkem) Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22] I-5
pootjesblaas tweede blaas: twidǝ blǭs (Stokkem) De tweede blaas waarin de voorpoten van het kalf zitten. [N 3A, 52b] I-11
pop pop: em poop (Stokkem), pop (Stokkem), pŏp (Stokkem), pôppe spele (Stokkem) Een pop. [ZND 40 (1942)] || Lievelingsspel 1. [SND (2006)] || pop [GTRP (1980-1995)] || Pop. [Willems (1885)] III-3-2
pop, vrouwelijke zangvogel pop: pôp (Stokkem) wijfjesvogel III-4-1
portefeuille portefeuille (fr.): porteföl (Stokkem) portefeuille III-3-1
portemonnee, beurs beursje: ə lɛrə bə:rskə (Stokkem), knipbeurs: ’n lächeə knɛpbørs (Stokkem), portemonnee (<fr.): ənə lɛrə portəməme: (Stokkem) Een lederen portemonnaie. [ZND 37 (1941)] III-3-1