18169 |
trui |
pullover:
plovər (L423p Stokkem),
tricot (fr.):
treko (L423p Stokkem),
trui:
Alleen voor sport e.d.
trøͅi (L423p Stokkem)
|
damestrui, kledingstuk zonder knopen [N 23 (1964)] || trui [maljo, sjtump, tricot] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18083 |
tuberculose |
t.b.c.:
t.b.c. (L423p Stokkem)
|
Een besmettelijke ziekte die ontstaat doordat tuberkelbacteriën in het lichaam van het dier geraken. De besmetting kan op verschillde wijzen gebeuren: direct, doordat de smetstof met de ingeademde lucht of het opgenomen voedsel van lijders aan tuberculose belandt in het lichaam van gezonde stalgenoten; indirect, doordat de smetstof via zuivelfabrieken met de melk van het ene bedrijf op het andere terechtkomt. Het is een slepende ziekte. Zie ook het lemma ''tuberculose'' in wbd I.3, blz. 483.' [N 3A, 85a; N 52, 17a; A 48A, 30a]
I-11
|
34289 |
tuieren |
tuieren:
tøi̯ǝrǝ (L423p Stokkem),
tøi̯ǝrǝn (L423p Stokkem)
|
Een koe of geit laten grazen aan een touw dat met een paal in de grond bevestigd is. Men doet dit om het af te grazen stuk grasland te beperken. [N 3A, 14h; N 14, 71; L 27, 5; A 17, 20; JG 1c, 2c; Vld.; monogr.]
I-11
|
34296 |
tuierhamer |
tuierhamer:
tøi̯ǝrhāmǝr (L423p Stokkem),
tøi̯ǝrāmǝr (L423p Stokkem)
|
De zware, houten hamer waarmee men de tuierpaal in de grond drijft. [N 14, 73b en 74; N 3A, 14h; A 17, 20; monogr.; add. uit N 14, 71; S 15]
I-11
|
34293 |
tuierpaal |
tuier:
tøi̯ǝr (L423p Stokkem),
tø̜i̯ǝr (L423p Stokkem),
tuierhout:
tøi̯ǝrhǫu̯t (L423p Stokkem),
tuierpaal:
tøi̯ǝrpǭl (L423p Stokkem),
tuierstaak:
tøi̯ǝrstāk (L423p Stokkem)
|
De tuierpaal is een houten of ijzeren paal die men met de tuierhamer in de grond slaat en waaraan de koe of geit wordt vastgebonden. [N 14, 72 en 73a; N 3A, 14h; JG 1c, 2c; L 40, 21a; L B2, 286; A 17, 20; monogr. add. uit N 14, 71]
I-11
|
34295 |
tuiertouw, tuierketting |
tuierketting:
tøi̯ǝrkęteŋ (L423p Stokkem),
tøi̯ǝrkɛteŋ (L423p Stokkem)
|
Het touw of de ketting waarmee men de koe of de geit aan de tuierpaal vastmaakt. [A 17, 20; N 3a, 14h; JG 1c, 2c; monogr.; add. uit N 14, 73b]
I-11
|
34292 |
tuiertuig |
tuier:
tøi̯ǝr (L423p Stokkem)
|
Het tuiergereedschap in het algemeen. [N 3A, 14h]
I-11
|
19772 |
tuin |
hof:
ōͅf (L423p Stokkem)
|
tuin, hof
III-2-1
|
33506 |
tuinbonen |
paardsbonen:
paerdsboeën (L423p Stokkem)
|
labboon
I-7
|
33542 |
tuinkervel |
kervel:
kervel (L423p Stokkem),
keͅrəvəl (L423p Stokkem)
|
[Goossens 1b (1960)]kervel [ZND 01 (1922)]
I-7
|